Veni, Vidi, Vici! (Compleet)
Door: etiennehuijten
Blijf op de hoogte en volg Etienne
31 Augustus 2010 | Italië, Rome
'Ik ben er!' Het waren maar drie kleine woorden die ik zondag rond kwart voor vier door de telefoon tegen mijn ouders zei, toen ik naast mijn fiets in de schaduw van de oude muren van het Colosseum zat, maar het was wel het moment waarop ik besefte dat ik het inderdaad echt gehaald had. En het moment dat ik even geen andere woorden meer uit kon brengen. Opeens had ik toch echt wel wat emoties te verwerken.
Op 9 december 2008 kreeg ik mijn laatste zak chemo toegediend. Negentien maanden later ben ik vertrokken voor mijn fietsreis naar Rome. En nu, na 3429 kilometer, kan ik zeggen dat ik het gehaald heb. Elke meter op eigen spierkracht! Dat voelt echt super!
Ik weet heel goed dat ik heel veel geluk gehad heb. Voor de vorm van kanker die ik had was er gelukkig een prima behandelmethode. En de chemo is prima aangeslagen. En natuurlijk: er zijn bekendere voorbeelden. Lance Armstrong, die zeven keer de Tour wint, Maarten van der Weijden, die op de Olympische Spelen in Beijing goud pakt op de 10 kilometer zwemmen in open water. Voor mij persoonlijk voelt Rome halen als net zo'n groot succes, al zal ik er de kranten niet mee halen. Ik ben altijd positief gebleven en in mezelf blijven geloven. En dit voelt dan toch als een enorme overwinning! Voor mij, en voor al die mensen die me al die tijd gesteund hebben!
Maar ik begrijp heel goed wat Maarten van der Weijden in een interview met Mart Smeets bedoelde toen hij zei dat alleen een ijzeren wil en een ijzeren doorzettingsvermogen niet genoeg zijn. Je kunt nog zo positief in het leven staan; als de behandelmethodes niet aanslaan of simpelweg nog niet of onvoldoende ontwikkeld zijn, dan heb je gewoonweg pech gehad. Binnen onze eigen familie weten we daar alles van. En ook als ik de reacties van Maaike lees, dan besef ik heel goed dat het ook anders kan aflopen. Verder onderzoek blijft broodnodig. Daarom geeft het mij ook een extra goed gevoel dat ik niet alleen voor mezelf Rome heb gehaald, maar ook voor Kika.
Ik weet nog niet precies hoe hoog het bedrag exact gaat worden dat ik straks mag overmaken, aangezien ik het merendeel van de beren en sleutelhangers nog moet verkopen. Maar links en rechts heb ik al behoorlijk wat sponsorgeld of toezeggingen daartoe ontvangen en ik hoop dat daar nog wel wat bij zal komen. Iedereen die via mij Kika al gesteund heeft of dat nog gaat doen wil ik dan ook vanuit de grond van mijn hart bedanken! Het is namelijk onmogelijk om het gevoel te beschrijven dat door je heen gaat als je definitief kunt zeggen dat je een tweede kans gekregen én gegrepen hebt. En dat gun ik ieder ander mens en zeker al die jonge kinderen die deze rotziekte krijgen en hun families ook!
Maar goed, tussen het moment dat ik het thuisfront kon bellen met de mededeling dat ik Rome gehaald had en mijn laatste update vanuit Siena, zaten vier dagen waarover ik nog niets geschreven heb. Dat zal ik dan nu – in vogelvlucht – nog even doen.
Donderdag 26 augustus: etappe 30: Siena – Casteldelpiano (98,0 km)
De afgelopen dagen had ik in de heuvels van Toscane te maken met temperaturen van dik boven de dertig graden. Je zult het misschien niet direct geloven, maar het fietsen door de regen ging mij veel gemakkelijker af dan het fietsen door zo'n hitte. Ik was dan ook erg blij dat ik gisteravond in het internetcafé in Siena de weersvoorspelling had gezien voor vandaag, waarin stond dat het een stuk koeler zou worden. Nu is het maar net wat je koeler noemt...
Omdat ik gisteravond het grootste deel van mijn bezoek aan Siena in het internetcafé heb doorgebracht, wilde ik vanmorgen nog even de stad in voordat ik echt aan de etappe zou beginnen. Om kwart voor negen reed ik door de stadspoorten van Siena het middeleeuwse centrum binnen. Op dat moment gaven drie afzonderlijke thermometers – die allemaal in de schaduw hingen – al temperaturen van 33 graden aan. Ik begrijp uit de berichtgeving dat jullie daar in Nederland een moord voor zouden doen, maar ik was er niet echt blij mee.
Fietsen door alleen warmte is niet erg. Bergop fietsen door de warmte wel. Als je een beetje vaart hebt creeer je je eigen rijwind. Maar als je met amper 6 kilometer per uur tegen een helling omhoog klimt, kun je elk zuchtje wind wel vergeten. Het zweet gutst dan uit al je porien en de straaltjes lopen zo van je voorhoofd af in je ogen. Dat prikt behoorlijk! En dan die steekvliegen... Wanneer je voldoende vaart hebt, heb je er geen last van. Maar tijdens een klim ben je een gewillig slachtoffer. Ik heb al eerder geschreven over het AXE-effect, en inmiddels heb ik moeten constateren dat zweet blijkbaar zo'n uitwerking op steekvliegen heeft. Tijdens een klim heb ik altijd gezelschap van minsten vijf of zes van die beestjes, die onophoudelijk om me heen cirkelen op zoek naar een lekker plekje om te landen. Om vervolgens dwars door mijn kleding heen te steken! Van een afstandje moet het er volgens mij best gek uitzien. Een langzaam rijdende fietser, die zichzelf slingerend in een ultrakleine versnelling omhoog werkt en tegelijkertijd wild met een arm om zich zwaait om de vliegen weg te jagen. Soms zou ik willen dat we tijdens de evolutie onze staart niet verloren hadden...
De etappe vanuit Siena was er eentje met veel klimmetjes. Eerst door een heel vreemd, kaal maanlandschap. Op de meeste foto's van Toscane zie je alleen groene heuvels. Het gebied ten zuiden van Siena – toch ook Toscane – ziet er heel anders uit. Het is heel heuvelachtig en tegelijkertijd heel leeg. Bijna geen mensen, bijna geen gebouwen, bijna geen wegen, bijna geen groen. En toch heel mooi om te zien. Hans Reitsma, de samensteller van de route, schrijft letterlijk in het routeboekje dat je hier de naakte, welhaasthaast erotische rondingen van de aarde kunt aanschouwen. Ik vond het toen ik het las nogal prozaisch en overdreven, maar achteraf gezien was het best aardig omschreven. Ik vond het in ieder geval in alle leegte en naaktheid een prachtig gebied om doorheen te fietsen. Je moet het gewoon zien om het te kunnen begrijpen. Dus als je een keertje niets te doen hebt, dan heb ik nog wel een fietsrouteboekje voor je liggen...
Na het kale landschap aan het begin van de etappe volgde een stevige afdaling en een kort stukje door een vlak dal langs verdorde zonnebloemvelden. In de verte zag ik op een heuveltop een dorp liggen, zeker 500 meter hoger. En dan weet je instinctief: daar moet ik naar toe! Ik ben er inmiddels heilig van overtuigd dat Italianen – wanneer ze de keuze hebben om een weg om een heuvel heen of er dwars overheen aan te leggen – altijd kiezen voor de moeilijkste optie. Erop en erover!
Het hooggelegen dorp bleek Montalcino te zijn, en de klim er naar toe (weliswaar niet steiler dan 7%) was erg lang, zonder schaduw, en uiteraard mét steekvliegen. Om mezelf een beetje te entertainen tijdens de klim heb ik halverwege bij een zijstraatje – waar een spiegel stond om het verkeer uit het zijstraatje een beter zicht op de kruising te geven – geprobeerd om in de spiegel een foto van mezelf te maken, terwijl ik voorbij kwam fietsen. Knap lastig hoor! Ik ben een keer of tien aan de spiegel voorbijgefietst, met de camera in mijn hand. Tien keer mis dus! Bij het zijstraatje lag een enoteca (wijngaard / wijnproeverij), waar de mensen op een gegeven moment toch vreemd naar mij begonnen te kijken. Ze zullen wel gedacht hebben dat de wijn in de felle zon iets te snel haar hun hoofd gestegen was, want tien keer dezelfde fietser voorbij zien komen in een paar minuten is op zijn zachts gezegd toch nogal vreemd.
Toen ik (inclusief de extra rondjes langs de spiegel) de heuvel eindelijk bedwongen had, bleek Montalcino een alleraardigst plaatsje met een fantastisch uitzicht over de wijde omgeving. In het oude centrum waren zowaar eens op een voor mij gunstige tijd de restaurantjes geopend, dus heb ik me hier tegoed gedaan aan een heerlijke lasagna. Met een nieuwe voorraad water in mijn bidons en een goed gevulde maag ben ik daarna doorgefietst naar Casteldelpiano.
Het was maar goed dat ik deze keer eens stevig gelunched had (iets wat lang niet elke dag gelukt is; meestal gaan de restaurantjes pas rond 16.00 uur open voor de lunch), want anders had ik misschien wel iets heel onsmakelijks gegeten deze keer. Tijdens de etappe van vandaag moest ik opeens terugdenken aan een aflevering van één favoriete tv-programma's: Top Gear. In de bewuste aflevering van het autoprogramma maakten de drie presentatoren Jeremy Clarkson, Richard Hammond en James May een Road Trip door het zuiden van de Verenigde Staten. Om de aflevering een beetje op te leuken hadden ze van de redactie de opdracht gekregen dat ze die avond alleen road-kill mochten eten, oftewel dieren die ze tijdens de trip dood langs de weg vonden.
Ik kan jullie vertellen dat als ik vandaag road-kill had willen eten, ik de keuze had gehad uit een behoorlijk aantal verschillende vleessoorten. Alleen al op het stuk tussen Montalcino en Casteldelpiano heb ik de volgende dode dieren op de weg gezien: tientallen salamanders, een kleine slang (ongeveer 15 centimeter), twee eekhoorns, een jonge hond, vier egels (binnen 100 meter) en iets ondefinieerbaars waarvan ik denk dat het een kat geweest moet zijn. Gelukkig was vandaag een bloederige uitzondering, want in de meeste andere etappes ben ik niet veel verder gekomen dan de eerder uitgebreid benoemde slakken.
Na een laatste lange, warme en onregelmatige slotklim kwam helemaal uitgewoond aan op de camping in Casteldelpiano. Ik heb wel eens modernere campings gezien, maar de vriendelijkheid waarmee ik ontvangen werd was hartverwarmend. De oude man achter de receptie heeft me wel tien keer geprezen met 'bravo's' en 'bravissimo's' toen hij hoorde dat ik elke meter vanaf Nederland ook echt gefietst had. De meeste Nederlanderse Rome-fietsers op zijn camping nemen blijkbaar de trein tot Florence en rijden alleen het laatste stuk. De man liep persoonlijk met me mee naar de mij toegewezen plaats, heeft me later wel heel uitvoerig uitgelegd (en voorgedaan) hoe de wasmachine werkte (het wasmiddel kreeg ik er gratis bij...) en kwam tot twee keer toe vragen of alles naar wens was.
Ik durfde hem dan ook eigenlijk niet te vertellen dat ik zijn sanitair wel heel erg gedateerd vond. Het sanitair was op zijn zachts gezegd een beetje vreemd ontworden. De wc en de douche waren in dezelfde cabine geplaatst. De douche was niet afgeschermd met een douchegordijn, en als je wilde douchen dan moest je met je benen tegen de wc aan gaan staan, waarbij de helft van het douchewater in de wc-pot terecht kwam. Zelden zo'n schone wc's gezien op een camping... Alleen jammer dat het na het douchen leek of iemand wel heel erg naast het potje gepiest had! Of over de wc-bril...
Desondanks heb ik het verblijf op deze camping als erg prettig ervaren. Een heerlijke, schaduwrijke plaats, lekker gegeten in het restaurant, goed mijn kleren kunnen wassen en drogen, en heerlijk geslapen. En de volgende dag heb ik nog €1,20 korting gekregen ook, alleen maar omdat ik op de fiets op weg was naar Rome!
Vrijdag 27 augustus: etappe 31: Casteldelpiano – Capidimonte (81.7 km)
Ik was vanochtend pas goed twee kilometer onderweg toen ik in het dorpje Arcidosso een supermarkt tegenkwam. Aangezien ik deze keer op de camping geen water, brood en fruit had kunnen kopen, ben ik meteen afgestapt om inkopen te doen. Toen ik even later de winkel weer uitkwam stond er naast mijn fiets een monnik op wacht. Hij was gekleed in een ouderwetse bruine monnikspij, zoals je die in Brabant en Limburg eigenlijk alleen nog met carnaval tegenkomt en een stel ouderwetse sandalen. Dat vormde een mooi contrast met zijn grote zonnebril en witte baseballpetje.
In gebrekkig Engels vertelde hij me dat hij mijn fiets had zien staan en hij wilde weten of ik als pelgrim onderweg was naar Rome. Ondanks dat ik mezelf niet als pelgrim zie, heb ik uiteraard wel gezegd dat Rome mijn einddoel was. Daarop stak de monnik zijn hand naar me uit en maakte met zijn duim een kruisje op mijn voorhoofd om zo de laatste kilometers tot het Vaticaan te zegenen.
Of het door het kruisje kwam weet ik niet, maar de eerstvolgende kilometers, die zeer druk waren in verband met wegwerkzaamheden, ben ik in ieder geval veilig doorgekomen. Meteen na Arcidossa liep de weg enkele kilometers stevig omhoog. Het landschap was nu niet echt Toscaans meer te noemen. Wel net zo heuvelachtig, maar de villa’s, wijngaarden en cipressen werden steeds schaarser. In het begin reed ik nog door de beschutting van een mooi bos, maar na een lange zware klim naar Castell’Azzara was het snel gedaan met de schaduw.
Grote, braakliggende akkers van heel grof geploegde rode aarde bepaalden de omgeving. De kleur van de aarde kwam precies overeen met de kleur van mijn huid, die ondanks de zonnebrandcreme toch aardig begon te verbranden. In de warmte volgenden een stuk of acht korte afdalingen en evenzovele pittige korte klimmetjes elkaar snel op. Over ongelooflijk slecht asfalt, mag ik wel zeggen. Na ieder klimmetje begon ik gulziger te drinken en mijn bidons en reservevoorraad van drie anderhalve literflessen water was dan ook binnen no-time op.
Toen ik ongeveer 18 kilometer voor het einde van de etappe in het plaatsje Grotte di Castro kwam, hadden alle winkels nog middagpauze. Gelukkig zag ik wel een terras dat blijkbaar geopend was, want er zaten twee vrouwen aan tafeltje aan een fles mineraalwater. Ik heb mijn fiets aan de kant gezet en ook een plekje aan een tafeltje gezocht. De beide dames knikten vriendelijk naar me, maar zeiden verder niets. Na ongeveer tien minuten wachten had zich nog steeds geen ober bij mijn tafeltje gemeld. Toen ik opstond en het bijbehorende café binnenliep om dan maar iets aan de bar te bestellen, werd ik meteen weer naar buiten gestuurd. De deur van het café stond weliswaar open, maar de bar bleek toch gesloten te zijn. Op mijn vraag waarom de beide dames aan het tafeltje naast mij dan wel aan een fles Pellegrino zaten, antwoorde de man dat die dames daar elke dag kwamen zitten om lekker in de schaduw van een parasol bij te kletsen. De fles mineraalwater namen ze dan van thuis mee! Hoe dan ook, in vond het maar vreemd. Alle parasols op het terras waren geopend, de deur van het café stond open, de bar was zelfs bemand, maar iets te drinken kreeg ik niet. En tja, als ze niets aan me willen verdienen, dan zullen ze ook niets aan me verdienen!
Nogmaals vriendelijk toegeknikt door de Pellegrino-dametjes ben ik maar weer op mijn fiets gestapt. Gelukkig liep de weg na Grotti di Castro steil bergaf, waardoor ik zonder verdere krachtsinspanning al snel bij het kratermeer Lago di Bolsena kwam. Aan dit meer lagen verschillende kleine campings. Ik ben uiteindelijk doorgereden tot camping Perle di Lago, die volgens het routeboekje het meest luxe was van het hele rijtje.
Nou, het begrip luxe is nogal relatief! Als je met luxe bedoeld dat je tot vier uur ‘s-nachts kunt dansen in de bijbehorende openluchtdiscotheek, dan was de camping zéér luxe. Als je echter kijkt naar mijn standplaats, dan was daar weinig luxe aan te ontdekken. Nergens een reepje schaduw te ontdekken, vol met gaten en kuilen, geplaveid met scherpe steentjes in plaats van gras en midden op de standplaats een afgezaagde boomstronk. Door die boomstronk paste mijn tentje er alleen op als ik met de ingang helemaal in de lage heg die de standplaats afbakende ging staan. Ik ben nog gaan vragen voor een ander plekje, maar dat was volgens het meisje achter de receptie absoluut onmogelijk. Allemaal gereserveerd! (Ik heb er ‘s-avonds niemand op zien staan, maar de dame in kwestie zal waarschijnlijk niet weten hoe ze in haar systeem iemand om moet boeken naar een andere standplaats – wellicht moet ik Italië eens een cursusje Tibos gaan geven…)
Nadat ik me gedouched had (koud water, verre van schone douchecabine) ben ik Capodimonte gaan verkennen. Naast de camping begon een twee kilometer lange wandelboulevard langs het meer tot aan het hoog op een rots gelegen plaatsje. Qua ligging was Capodimonte een prachtig stadje. Mooi kasteel, schilderachtige straatjes, eigenlijk precies wat een toeristenstadje nodig heeft. Maar een restaurantje in het oude centrum? Vergeet het maar! Uiteindelijk heb ik bij een dertien-in-een-dozijn pizzeria langs de boulevard een slappe pizza (die desondanks aan de buitenkant flink verbrand was) gegeten en de camping maar weer opgezocht. Omdat ik niets beters te doen had ben ik om kwart voor tien maar gaan slapen. Althans, dat heb ik geprobeerd. Want niet alleen begon om tien uur de openluchtdisco, maar ook mijn buren vonden het gezellig om tegen half elf uitgebreid te gaan barbecueën, waarbij mijn tentje precies in de rook stond.
Zelfs mijn oordopjes konden het lawaai van de disco niet tegenhouden, dus heb ik ze uiteindelijk maar weer uitgedaan. Tussen tien uur ‘s-avonds en vier uur ‘s-nachts ben ik misschien wel dertig keer wakker geweest. In ieder geval heb het laatste plaatje dat de DJ draaide twee keer gehoord. Eén keer toen het veel te hard door de speakers knalde, en toen die eindelijk stil waren nog een keer toen mijn buren – die na de barbecue nog even naar de disco waren geweest – luid zingend terugkwamen naar hun tent. ‘The summer is magic, is magic, ohoho…!’
Zaterdag 28 augustus: etappe 32: Capodimonte – Ronciglione (65.4 km)
Toen ik vanmorgen rond negen uur mijn tent inpakte en daarbij eens over de lage heg naar het tentje van mijn buren keek, zag ik dat de dame en heer in kwestie daar nog gezellig lagen te ronken. Ik kon het niet laten om heel hard en heel vals toch even te zingen. ‘The summer is magic, is magic, ohoho…!’ Of ze het op prijs gesteld hebben weet ik niet, maar even later zaten ze met zware wallen onder hun ogen buiten aan de koffie. Ik heb nog even vriendelijk gezwaaid en ben vertrokken voor de voorlaatste etappe.
De etappe van vandaag was kort maar niet echt bijzonder. Het landschap was grotendeels hetzelfde als gisteren. Leeg, telkens korte klimmetjes, roodgestoofde aarde. Pas de laatste vijftien kilometer waren landschappelijk weer interessant. Helaas gingen die ook meteen weer stijl omhoog. Langs een groot aantal hazelnootbomen klom de route naar de rand van weer een kratermeer. Eenmaal over de rand volgde de afdaling door een prachtig oud oerbos met enorme eiken. Even later stond ik al op de camping, die eigenlijk meer een soort adventure-camp was. Rope-courses, mountainbikes, kano’s, boogschietbanen, 4x4 landrovers; allerlei spectaculaire en minder spectaculaire outdoor-activiteiten waren hier mogelijk. Ik was daar echter niet in geïnteresseerd. Moe als ik was van het gebrek aan slaap van de afgelopen nacht, wilde ik eigenlijk net als de Italianen zelf eens een keer een hele lange siesta nemen.
Voordat ik hier aan toekwam kwam er echter een jonge vrouw de camping op, die aan haar fiets niet alleen een stel fietstassen had hangen, maar achterop ook onmiskenbaar een rood-wit-blauwe vlag meevoerde. Een landgenote! Iemand die Nederlands spreekt! Uberhaubt iemand waar je mee kunt communiceren, want met de meeste Italianen is dat absoluut onmogelijk!
Je zult begrijpen dat het na twee weken radiostilte hartstikke leuk is om met iemand die je taal spreekt je ervaringen te delen. Helemaal leuk was dat Carolien, zoals ze bleek te heten, dezelfde route gefietst had als ik, en net als ik ook elke meter vanaf Nederland echt gereden had.
Toen ook Carolien helemaal geïnstalleerd was zijn we samen – op zoek naar een restaurant – naar het meer gelopen. Het Lago di Vico was een stuk kleiner dan het Lago di Bolsena van gisteren, maar naar mijn mening een stuk mooier. Een gezellig restaurant hebben we er echter niet gevonden. Uiteindelijk is het dus toch maar het campingrestaurant geworden, dat een verrassend goede keuken bleek te hebben. Onder het eten hebben we de hele reis nogmaals doorgenomen. Carolien bleek net als ik een persoonlijke reden te hebben om deze fietstocht te maken. Na een aantal hele vervelende gebeurtenissen in haar leven was deze tocht voor haar een manier om haar hoofd leeg te krijgen en weer vooruit te kunnen kijken. Voor haar gevoel had ze dat punt bereikt toen ze enkele dagen aan het Lago di Bolsano had gestaan (daar heb ik gisteren wel haar fiets, maar niet Carolien zelf gezien). Toen we het hadden over de etappe van morgen – de laatste – bleken we daar dan ook een totaal andere insteek bij te hebben. Voor mij was Rome het doel, dat nu onder handbereik was. Voor haar was Rome een noodzakelijk kwaad, waar ze nu eenmaal naar toe moest omdat ze zo snel mogelijk een trein naar huis wilde nemen.
Ondanks de totaal verschillende opvattingen over de laatste etappe en de toch wel zware kost – haar problemen en mijn kanker – was het toch een heel gezellige avond. Het grootste deel van de tijd hebben we namelijk gewoon teruggeblikt op wat we onderweg gezien en meegemaakt hebben. Gekke ontmoetingen, zoals met Sjeng de Chinees, of de dorpsgek die me voor de duivel uitmaakte en van mijn fiets duwde, of de Italianen van meer dan middelbare leeftijd die Carolien onderweg spontaan aanboden om in Rome haar gids te zijn (ja ja…, gids…). Alles bij elkaar was het gewoon een onverwachte en daarom waarschijnlijk extra leuke afsluiting van een lange reis, die er na morgen echt op zou zitten.
Zondag 29 augustus: etappe 33: Ronciglione – Prima Porta – Rome – Prima Porta (127.1 km)
Hoewel Carolien me gisteren al verteld had dat zij moeite had met klimmen (ze had hier niet de ideale fiets voor) besloten we vanmorgen toch een stuk samen op te fietsen. En dan blijkt opeens dat je er na zoveel kilometer in je eentje totaal niet op ingesteld bent om met zijn tweeën te rijden. Als je samen aan zo’n reis begint, dan ontwikkel je automatismen. Die waren er nu totaal niet. Al in Ronciglione zelf, na 2 kilometer, waren we het voor het eerst niet helemaal eens hoe we moesten rijden. Ik rij puur op het routeboekje en de aanwijzingen die hierin staan; Carolien maakte gebruik van een fiets-GPS en keek daarnaast eigenlijk alleen of de met rood ingetekende route in het boekje ongeveer overeen kwam met wat haar GPS aangaf. Uiteindelijk kom je op beide manieren wel op de juiste plek uit, maar het kan wel eens leiden tot onduidelijkheid.
Ons gebrek aan automatismen bleek ook tijdens het klimmen en dalen. Klimmen deed ik een stuk sneller, maar bij het dalen, vooral op vals plat, reed Carolien telkens weer bij mij weg. En aangezien je tijdens een klim toch adem tekort komt om te praten en tijdens het dalen teveel wind in je oren hoort suizen om elkaar te kunnen verstaan, was een goed gesprek ook niet mogelijk.
We vonden het dan ook allebei een prima idee om vanaf Civita Castellana, waar voor het eerst vandaag een echt lange klim begon, weer alleen te rijden. We spraken nog even af elkaar onze foto’s toe te sturen en namen afscheid. Zonder er echt mijn best voor te doen reed ik bergop heel eenvoudig weg bij Carolien. Toen ik even later over mijn schouder keek kon ik haar nergens meer ontdekken. Van de ene kant vond ik het fijn dat ik in mijn eigen tempo omhoog kon, maar van de andere kant voelde het ook wel weer een beetje lullig om haar daar zo te laten staan. Maar goed, gezien het aantal kilometers die nog bergop gingen was het wel de enige juiste keuze. Als de één moet inhouden en de ander boven haar macht moet rijden is nooit goed.
Flink wat klimkilometers later kwam ik bij het dorpje Sacrofano. Na een paar bochten had ik voor het eerst uitzicht op de vallei die in de verte onder me lag. In het midden van die vallei, daar moest Rome liggen! Ruim tien kilometer lang ging het nu omlaag, totdat ik toch nog vrij onverwacht opeens het plaatsnaambord Prima Porta zag staan. Prima Porta is een noordelijke voorstad van Rome, en de plek waar ik de komende vier nachten op een camping zou verblijven. Na die vier nachten zou ik weer terugrijden naar het noorden richting Sacrofano, om daar af te buigen naar het westen, naar het Lago di Braciano. Daar ligt namelijk een camping die door Nederlanders wordt gerund en waar ik mijn fiets in kan leveren voor transport per vrachtwagentje naar Nederland.
Als ik meteen naar de camping in Prima Porta zou rijden, zou ik met mijn fiets dus helemaal niet in Rome zelf komen. Daarom had ik me voorgenomen om vandaag de camping in eerste instantie links te laten liggen en door te rijden tot in het centrum. Na een korte fotostop bij het Sint Pietersplein en een rondje om het Colosseum zou ik dan terugrijden naar Prima Porta om daar alsnog mijn bivak op te slaan. Alles bij elkaar zou ik vandaag hierdoor zo’n 40 kilometer extra rijden. Maar na bijna 3400 kilometer is dat natuurlijk peanuts!
Dus zo gezegd, zo gedaan. Vrijwel direct na Prima Porta begon ik aan de laatste 12 kilometers richting Rome. Deze kilometers voerden volgens het routeboekje over een mooi, vrijliggend fietspad, dat ik zou kunnen volgen tot op drie kilometer van het centrum. Nou, ik kan jullie vertellen, het fietspad zal best ooit mooi geweest zijn, maar ik heb het fietspad ervaren als de 12 minst mooie kilometers van de hele tocht.
Misschien kwam dat doordat de wind inmiddels weer eens gedraaid was en ik in de felle zon – nergens was ook maar een beetje schaduw – amper vooruit te branden was. Of misschien kwam het door de grote hoeveelheid vervallen gebouwen en de bergen afval langs het fietspad. Of misschien kwam het wel doordat Rome er alles aan deed om me buiten haar stadspoorten te houden. Zo kwam ik op een gegeven moment bij een gammele houten brug, die aan beide zijden afgezet was met een vastgelast hek. De locals tilden hun fiets gewoon over het hek heen, klommen er zelf dan ook overheen en vervolgden zo hun weg. Ik heb dat ook maar gedaan. Maar twee keer al je tassen van je fiets halen – in de wetenschap dat je dat straks op de terugweg naar Prima Porto nog een keer moet doen – is verre van ideaal. Iets verderop moest ik langs een stuk waar zeker 40 meter berm in brand stond. Weliswaar aan de linkerkant van het fietspad (en de wind kwam van rechts – dus ik kon er veilig langs), maar de rook maakte het fietsen er niet fijner op. Ook de smalle poortjes, bedoeld om scooters te weren van het fietspad, hielpen niet echt. De poortjes werden steeds smaller, totdat ik op een gegeven moment met een schok compleet klem kwam te zitten met mijn achtertassen. Ik kon niet meer voor- of achteruit. En ook het vele glas op het fietspad en het stuk langs een woonwagenkamp – dat veel meer weg had van een echte krottenwijk zoals ik ze tot dusver alleen in Marokko gezien heb – maakte dat ik me hier bepaald niet op mijn gemak voelde. Op dit stuk had ik er ook spijt van dat ik Carolien alleen had laten rijden. Ik voelde me hier al niet prettig, maar voor een vrouw alleen was dit al helemaal geen fijn stukje.
Maar uiteindelijk komt aan alles een einde, dus ook aan dit fietspad. Plotseling stond ik midden in de stad. Na drie kilometer onverwacht rustig stadsverkeer stond ik voor de Sint Pieter, midden in Vaticaanstad. Vooraf had ik verwacht dat ik dan wel een traantje zou moeten wegpinken, maar echt veel emotie voelde ik eigenlijk niet. Dat had ik ook niet toen ik via het station Termini (volgens het routeboekje het officiële eindpunt van de route) naar het Colosseum was gereden. En zelfs niet toen een aardige Chinees midden op straat – ik had het geluk dat Rome rondom het historische centrum een autovrije zondag had ingesteld – een foto van mij maakte met mij op mijn fiets en het Colosseum op de achtergrond. Maar toen ik even later naar huis belde om te zeggen dat ik er was schoot ik dus alsnog vol. Rome was bereikt!
‘s-Avonds op de camping heb ik per sms nog afgesproken met Carolien, om de volgende dag samen in Rome iets te gaan drinken. Zij had uiteindelijk geen trein meer kunnen krijgen en kon pas morgenavond naar huis vertrekken. Ook heb ik afgesproken met Ad – dezelfde Ad die me de eerste kilometers van de reis samen met Remco uitgeleide had gedaan – die nu toevallig met zijn vrouw Jouke ook in Rome was. Zij zouden me de volgende dag nog trakteren op een heerlijk etentje bij een restaurantje aan de oever van de Tiber.
Mijn programma in Rome zou overvol blijken! De eerste dag had ik mijn afspraken met Carolien, Ad en Jouke. De tweede dag heb ik samen met Ad uitgebreid de Sint Pieter bekeken, het Parthenon, de Trevi-fontein, het Piazza Navona en ‘s-middags nog in mijn eentje de Santa Maria Maggiore.
En de derde dag heb ik een bezoekje gebracht aan het Vaticaans Museum met de Sixtijnse Kapel, het Colosseum van binnen bekeken, het Forum Romanum en de Palatijn bezocht en een wandeling gemaakt over de Capitool. Toen zat mijn tijd in Rome er al op!
Zowel in de Sint Pieter als in de Santa Maria Maggiore is het niet gelukt om een kaarsje op te steken, om de doodeenvoudige reden dat daar in deze kerken geen gelegenheid voor is. Maar in een klein, nederig kerkje naast de Santa Maria Maggiore kon het wel. Daar heb ik drie kaarsjes opgestoken. Eéntje als dank dat mijn reis zo goed verlopen is en dat ik er zelf dus weer helemaal sta. Eéntje die ik vooraf beloofd had aan Maaike, voor haar doodzieke moeder en hun hele familie. Het doet me ongelooflijk goed in Maaikes reactie te lezen dat dit kaarsje in ieder geval nog op tijd gekomen is. En het laatste kaarsje was voor iedereen die me lief is, waarbij ik in het bijzonder toch aan Roy, Tamara en Finn gedacht heb, en aan Ramon, Sam, Daan, Finy, Jo, Nicole, John, Sandro en Kim, maar ook aan Pauline en Frans, en al die andere mensen in mijn familie die recent grote verliezen te verwerken hebben gehad, en mij keihard hebben gesteund in mijn eigen strijd. Voor een buitenstaander zijn dit zomaar wat namen; voor mij betekent het veel meer!
Het is misschien een wat zwaar einde van een over het algemeen luchtig weblog, maar het geeft wel de gedachten weer die in Rome door mijn hoofd spookten. Ik heb een prachtige reis achter de rug, waarbij ik van 95% van de kilometers ongelooflijk heb genoten. En in Rome kom ik zeker nog eens terug. Maar of dat op de fiets zal zijn, kan ik nu nog niet beloven…
Ik wil iedereen hartelijk bedanken voor alle lieve en leuke reacties die ik onderweg op mijn weblog van jullie heb gehad. Dat maakte het voor mij ook extra leuk om al mijn belevenissen op papier te zetten. Ik hoop jullie binnenkort ook weer allemaal in levende lijve te spreken.
Voor de laatste maal vanuit Italië groet ik jullie allemaal,
Ciao
Etienne
-
31 Augustus 2010 - 20:10
Lily En Herman:
Nou Etienne,
Dat "bravo en bravissimo" dat kunnen wij alleen maar aanvullen met "geweldig, geweldig, geweldig"!!
Wat een prestatie heb je neergezet.
Jij was zondag emotioneel, maar wij hebben ook een traantje moeten wegpinken.
Je bent een kanjer!!
Wij beseffen echter ook
dat we heel veel geluk hebben gehad.
Dat nu alles zo goed gaat, voelt als het winnen van een hoofdprijs.
Geniet van de laatste dagen in Rome.
Wij verheugen ons op vrijdag als we je kunnen ophalen.
Dan kunnen we wat uitvoeriger bijpraten.
Tot dan,
Groetjes van
pap en mam -
31 Augustus 2010 - 20:44
Maaike:
Hi Etienne,
Kanjer! Super! Fantastisch! Ge-wel-dig! Ik vind het zo ontzettend knap wat je gedaan hebt. Wat een prestatie! Sowieso, op de fiets naar Rome... welke "malloot" verzint zoiets?! Maar met jouw persoonlijke historie in gedachten vind ik het echt zo onvoorstelbaar. Ik heb er geen woorden voor! You did it! En ik ben onwijs trots op je!
Toevallig viste ik vanmiddag je kaart uit Toscane uit de brievenbus. Wat lief! Dank je wel! Ik heb hem voorgelezen tijdens het avondeten; mijn ouders aten hier.
Morgen gaan we helaas weer een dagje het ziekenhuis in. Wéér een bloedtransfusie, botversterker en chemo; de bloedwaarden waren weer op het randje... En dan betekent je kaartje net weer even nog meer!
Geniet jij van al het moois om je heen, maar zeker van de geweldige overwinning! En ik wens je ook een supermooie en bijzondere ontmoeting met je ouders, aanstaande vrijdag. Voor hen ben je ook echt de hoofdprijs! Ik begrijp helemaal hoeveel impact dit alles op jullie allemaal heeft gehad...
Liefs,
Maaike
-
31 Augustus 2010 - 21:01
Natalie En Danny:
Lieve Etienne,
Van harte proficiat met je overwinning. Je hebt een geweldige prestatie neergezet. Zelfs voor iemand die niet ziek is geweest is het al een enorme klus om naar Rome te fietsen. Voor jou geldt echter dat we 2 jaar geleden in diepe angst zaten om je gezondheid. Wie had toen gedacht dat je weer "zo vlug" hersteld zou zijn en deze enorme uitdaging zou kunnen aangaan. Een overwinning voor jezelf en op je ziekte! We zijn heel erg trots op jou!
Inmiddels zijn wij weer terug van onze vakantie aan het Gardameer in Italië en mogen wij genieten van het Hollandse "baggerweer"! :-(
De kids en wij hebben genoten van onze ontmoetingen in Oostenrijk, Venetië en Verona. Het is heerlijk om samen met elkaar tijd door te brengen en we zijn heel erg dankbaar dat dat nog kan. Vooral in Verona werkte het weer geweldig mee om het voor ons allemaal tot een topdag te maken. De kids leken niet moe te krijgen en we hebben er met z'n allen tot in de late uurtjes van genoten.
We wensen je voor de komende dagen heel veel plezier toe in Rome. Geniet van al het moois dat die prachtige stad te bieden heeft op cultureel en culinair gebied. We zouden je nu ook wel graag gezelschap willen houden, maar helaas is elk jaar een uitstapje naar Rome maken voor ons niet weggelegd. Wij hebben er vorig jaar van mogen genieten en nu ben jij aan de beurt. Je hebt het dubbel en dik verdiend. Je bent onze KANJER! :-)
Heel veel liefs en voor vrijdag een goede terugreis. Groetjes,
Natalie en Danny
Melvin
Celine
Lisette -
01 September 2010 - 08:37
Karin:
He Etienne,
Super man dat je het gehaald hebt. Geniet er nog even van en we zien je volgende week weer.
Groetjes, Karin -
01 September 2010 - 15:27
Henk Peeters:
Dag Etienne,
SUPER!!
Als ik nou baas van DRP was zou ik zeggen: "neem nog gerust een paar weken extra vakantie", maar ja....dat ben ik niet!
Etienne, we zien je maandag.
Wat een prestatie!!!! -
01 September 2010 - 16:27
Pauline En Frans:
geweldig je heb het gehaald(niet dat wij hier aan twijfelde)Etienne bravissimo geniet van Rome liefs en tot gauw. -
01 September 2010 - 20:16
Sjef En Marlies:
Hallo Etienne,
Super geweldig dat je je eind doel Rome bereikt hebt. Proficiat met deze mijlpaal in je leven. Dat je deze reis gemaakt hebt op de fiets, chapeau, wat een overwinning. Je mag best trots op jezelf zijn. Wij doen je dit echt niet na. Geniet nog even van de laatste dagen in Rome en wij wensen je een veilige terugreis. Tot ziens in de Tichel.
Sjef en Marlies
-
02 September 2010 - 13:35
Daphne:
Super geweldig, you made it!!!
Gefeliciteerd en laat het Italiaanse diner op kosten van DRP maar smaken of heeft het al gesmaakt! ;)
Laat nou die beren maar komen!
Goede terugreis en tot maandag1
Daphne.
-
03 September 2010 - 05:28
Alies:
Ciao Etienne,
In één woord: BRAVO!!!
Echt een super prestatie!
Als je dit leest dan ben je waarschijnlijk net samen met je familie, maar ik wilde het toch nog even laten weten dat ik het echt enorm knap van je vindt!
groetjes,
alies -
04 September 2010 - 10:08
Ad Berk:
Hoi Etiënne, waarschijnlijk ook weer thuis. Wij hebben genoten van Rome en vooral die maandagavond aan de Tiber was heel speciaal. Dinsdag in de St. Pieter en daarna de wandeling in Rome naar Pzza Navona, Pantheon,Trevifontein, Spaanse trappen en via de villa de Medici naar Pzza del Popolo vond ik erg speciaal om met je te doen. Jammer dat we bij het Pantheon niet even in het kerkje op de Pzza Minerva van Maria Sopre Minerva zijn geweest want dan hadden we wel een kaarsje kunnen branden. Ik heb het de volgende dag namens jou gedaan.
Etienne, een geweldige prestatie, ik wist dat je het kon door onze fietstochten in Nederland maar dat je het op deze manier, onder deze vaak zware weersomstandigheden, op zo´n vrolijke, luchtige ( zie de verhalen in je weblog)manier gedaan hebt maakt de prestatie alleen maar groter en daar heb ik veel respect en alle bewondering voor.
Maandag beginnen we weer. ik zie je dan weer op school.
geniet nog even na tijdens dit laatste vrije mooie( volgens het KNMI) weekend.
groeten,
Ad
-
04 September 2010 - 20:00
Olga:
:-)
-
04 September 2010 - 20:01
Olga:
Thumbs up!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley