De X-factor van John o' Groats - Reisverslag uit Tilburg, Nederland van Etienne Huijten - WaarBenJij.nu De X-factor van John o' Groats - Reisverslag uit Tilburg, Nederland van Etienne Huijten - WaarBenJij.nu

De X-factor van John o' Groats

Door: etiennehuijten

Blijf op de hoogte en volg Etienne

25 Juni 2011 | Nederland, Tilburg


Ushuaia…

Lhasa…

Timbuktu…

Vladivostok…

Iedereen kent er wel een paar: namen uit de atlas, waarvan je hart spontaan sneller begint te kloppen. Plaatsnamen die je om de één of andere vage reden welhaast mythisch in de oren klinken. Alleen al door het hardop uitspreken van de naam krijg je de neiging je koffer te pakken en in het vliegtuig te stappen. Ik heb dat gevoel vooral heel sterk bij plaatsen die door hun afgelegen ligging lange tijd de reputatie hadden haast onbereikbaar te zijn. Er naar toe reizen betekende afzien, ontberingen doorstaan! Om in Vladivostok te komen moest je je een dagenlange rit op de keiharde houten banken van de Transsiberië Express getroosten, dwars door de eindeloze berkenbossen van Rusland. Timbuktu was alleen te bereiken per kamelenkaravaan, zwoegend door de snikhete en meedogenloze Sahara. En het hoog tussen de besneeuwde bergtoppen van de Himalaya gelegen Lhasa, lange tijd de hoofdstad van de mysterieuze monnikenrepubliek Tibet, hield zijn stadspoorten voor vreemdelingen hermetisch afgesloten. Het is slechts weinige buitenlanders gelukt om daar binnen – en weer buiten – te komen.

Waardoor het komt weet ik niet, maar sommige namen in de atlas – of het nu gaat om plaatsen, woestijnen, bergen of zeeën – klinken mij simpelweg legendarisch in de oren. Ik zal het maar de X-factor van de topografie noemen. En net als bij het gelijknamige TV-programma beschikt de meerderheid van de kandidaten hier helaas niet over. Je zou toch wonen in plaatsen als Doodstil, Amen, Jipsingboermussel, Muggenbeet, Baalhoek of Hongerige Wolf. En de Vlamingen maken het misschien nog wel bonter, met namen als Zwevezele, Peutie, Genoelseldere, Aarsschot, Kontich en Reet. (Ik durf te wedden dat de helft van de lezers nu Google Earth opstart om te kijken of ik dit niet allemaal uit mijn duim zuig. Tik maar gerust in: 'Reet, België'. Als het goed is kom je een kilometer of tien ten zuiden van Antwerpen uit…). Nee, ik denk niet dat er veel mensen zijn die de spontane reiskriebels krijgen bij het horen van namen als Condom (Frankrijk), Au (Oostenrijk), Rottleben (Duitsland), Fucking (nogmaals Oostenrijk) of Hell (Noorwegen)…

De X-factor zit voor mij niet zozeer in de naam van de plaats zelf, maar veel meer in de moeite die je moet doen om er te komen. Bij de eerder genoemde plaatsnamen als Timbuktu, Lhasa en Vladivostok is het juist die reputatie van ontoegankelijkheid en onbereikbaarheid die ervoor zorgt dat ik een nostalgisch en haast überromantisch verlangen krijg om deze plaatsen ooit nog eens te bezoeken. Op de ouderwetse manier natuurlijk, the hard way. Niet met het vliegtuig, dat is te gemakkelijk. Voor de échte reisliefhebber gaat het immers om de reis zélf, de reis er naar toe. Wáár naar toe, dat is niet belangrijk.

Voorbeeldje? Ok dan. De naam 'Los Angeles' doet me niets. Een metropool zonder hart, vol met arme Latino's, rassenrellen, mislukte wannabe-filmsterren en veel te veel siliconen. Maar zeg je 'Route 66', dan loopt het water me opeens wel in de mond! Die beroemde route tussen Chicago en L.A. zou ik heel graag eens een keertje rijden; het liefst natuurlijk in een oude Ford Mustang, met open dak. Dwars door The American Heartland, de olievelden van Texas, de leegte van New Mexico, en de waanzinnige landschappen van Arizona. En als je dan na 4.000 km aankomt in Santa Monica, een voorstad van Los Angeles, dan krijgt de naam 'The City of Angels' opeens wel een magische klank.

Datzelfde heb ik ook met Caïro en Kaapstad. Beide steden staan bepaald niet boven aan mijn verlanglijstje van nog te bezoeken bestemmingen. Maar om tússen die twee plaatsen te reizen, dwars door Afrika… wow! Per trein door de Nijldelta; in een landrover langs de voet van de Kilimanjaro, in de open bak van een oude vrachtwagen dwars door de Serengeti, vervolgens per kano over de Zambezi... Dan heb je iets belééfd als je aankomt in Kaapstad. Dan heb je écht gereisd.

Kilimanjaro… Serengeti… Zambezi…

Voel je de X-factor? Dat klinkt wel even anders dan Lutjebroek of Boerenhol… Toch?

Afgelopen oktober mocht ik van collega Daphne de DVD van 'The Long Way Down' lenen. In deze reisdocumentaire gaan twee vrienden, de Britse acteurs Charley Boorman en Ewan McGregor, op de motorfiets vanuit Europa volledig over land naar Kaapstad. Om de reis zo lang mogelijk te maken kozen zij als beginpunt het meest noordoostelijke puntje van het Britse 'vasteland': John o' Groats in Schotland (we rekenen de Orkney Eilanden en de Shetland Eilanden dus even niet mee).

Meteen toen ik de naam John o' Groats hoorde was mijn interesse gewekt. Een plaatsnaam die klinkt als de naam van een persoon, daar moet vast iets bijzonders mee aan de hand zijn! In het shot waarin Charley en Ewan op hun motoren stapten om aan hun lange reis te beginnen, was op de achtergrond duidelijk een richtingaanwijzer te zien naar het zuiden, met daarop maar één plaatsnaam: Land's End, 874 miles… En ja hoor, daar was voor mij de X-factor weer! Vanuit de ene plaats met een extreme ligging en een opmerkelijke naam, John o' Groats, wordt de 'tegenover liggende' extreem gelegen plaats al aangegeven, helemaal aan de andere kant van het land. Een plaats met al net zo een opmerkelijke naam. Land's End. Het einde van het land; het begin de oceaan; het begin van de oneindigheid. En tussen die twee plaatsen liggen 874 mijlen, ofwel een slordige 1.400 kilometers vol onbekend avontuur.

Min of meer toevallig kwam ik enkele weken later terecht op een site met een aantal grote Europese fietsroutes. Na mijn fietstocht naar Rome van vorig jaar was ik nu op zoek naar een iets kortere route. Deze keer ga ik in de vakantie namelijk ook nog een weekje een huttentocht lopen in de Oostenrijkse bergen, samen met mijn collega's Ad en Joost. En dus blijven er 'maar' vijf weken over om te fietsen.

Het zal je vast niet verbazen dat één van de fietsroutes op deze site de route tussen John o' Groats en Land's End was – LEJOG, voor de kenners. Vanwege de X-factor in beide plaatsnamen, de relatief geringe afstand tussen de twee uitersten (naar Rome heb ik vorig jaar 3.400 kilometer gereden), en de bij de beschrijving genoemde mythische status die deze route in Groot-Brittannië heeft, wist ik meteen: dit wordt 'em! Dit wordt mijn 'Route 66' voor de komende zomer. Maar dan wel van zuidwest naar noordoost. Want hoewel de ontberingen onderweg dus de grootste fun van het reizen zijn, doorsta ik die ontberingen toch echt het liefste met de wind in de rug...

Als je het hebt over een traject met een X-factor, dan is dit er wel eentje hoor! Het schijnt dat er in Groot-Brittannië al meer dan 100 jaar wedstrijden worden gehouden om zo snel mogelijk van de ene kant van het land naar de andere kant van het land te komen. Sommige End-to-Enders leggen de route te voet af, anderen per fiets. Maar er zijn ook verhalen bekend van mensen die het gedaan hebben op skeelers, op de rug van een paard, achteruit lopend, of zelfs kruipend. (Er lopen meer gekken vrij rond dan dat er vast zitten, of beter gezegd, er kruípen meer gekken rond…).

Het vreemde is overigens dat er voor zo'n populair traject niet zoiets bestaat als 'dé kortste route' van Land's End naar John o' Groats. Die kortste route ís er natuurlijk wel, (volgens de TomTom), maar die leidt je grotendeels over de snelwegen. LEJOG is nergens bewegwijzerd, en als fietser moet je dus je eigen route zoeken. Om me een beetje voor te bereiden op de te kiezen route heb ik via internet twee boekjes gekocht. Beide bleken compleet waardeloos.

Het eerste boekje bleek erop gericht me zo snel mogelijk in John o' Groats te krijgen. Volgens de auteur, Brian Smailes, moest dat in 5 á 6 dagen kunnen lukken… Mits ik het grootste deel van de tijd keurig op de A-wegen zou blijven, waar ik blijkbaar wel mag fietsen, maar waar voor het overige verkeer een maximumsnelheid geldt van 60 mijl, ofwel zo'n 95 km per uur. Het mag duidelijk zijn dat ik daar weinig trek in heb. De auteur van dit boekje beweert verder dat er in de jaren zestig ooit iemand in 44 uur van Land's End naar John o' Groats is gefietst. Yeah, right. En ik geloof in marsmannetjes….

Het tweede boekje was al niet veel beter. Weliswaar heeft deze auteur, Phil Horsley, iets meer oog voor mijn gezondheid en mijn veiligheid – hij kiest vooral B-wegen en kleinere binnenweggetjes – maar zijn routebeschrijvingen en kaartjes zijn zó onduidelijk dat ik er geen touw aan vast kan knopen. En ik maar denken dat ik goed kon kaartlezen…

Uiteindelijk ben ik met puur geluk op de Get-a-Map site van Ordnance Survey gestuit; dat is het Britse kadaster. Met behulp van deze site heb ik mijn eigen route kunnen ontwerpen over écht rustige wegen, en er alles in op kunnen nemen wat me leuk lijkt. Het nadeel van de volledige vrijheid bij het ontwerpen van een route is dat je – althans, dat ik – er veel meer in opneem dan alleen de kortste route van A naar B. Uiteindelijk heb ik toch weer ruim 3000 kilometer voor de boeg, mede omdat ik besloten heb niet pas in Land's End op de fiets te stappen, maar gewoon hier thuis in Tilburg. Dat wordt dus doortrappen!

Op 10 juli rij ik eerst naar Hoek van Holland. Vandaaruit ga ik met de nachtboot de Noordzee over naar Harwich. In twee dagen tijd fiets ik dan naar Londen, waar ik enkele nachten op een camping zal blijven staan. Na Londen rij ik via Windsor en Eton naar de beroemde universiteitsstad Oxford, waarna ik via Stonehenge, Shaftesbury, Exeter, het Dartmoor National Park en Plymouth naar Land's End ga. Als ik bij het 'eigenlijke beginpunt' aankom heb ik er dan al 10 fietsdagen en 1.000 km opzitten.

In Land's End begint de reis naar het noorden, via onder andere Newquay, het Exmoor National Park, de Cheddar-kloof, en de prachtige stad Bath ga ik naar Bristol. Vervolgens steek ik via de indrukwekkende Severn Bridge de rivier de Severn over naar Chepstow in Wales. Jammer genoeg heb ik te weinig tijd om helemaal naar het westen van Wales te fietsen. Daar ligt namelijk op het eiland Anglesey, dat via een brug verbonden is met het 'vasteland', de plaats met de langste plaatsnaam van Europa: Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch. Eerlijk is eerlijk: toch ook wel een plaatsnaam met een X-factor. Ik weet zeker dat ik sneller 3.000 km kan fietsen dan dat ik kan leren hoe ik deze rijstebrij uit mijn strot moet krijgen.

Omdat het plaatsnaambord van Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch waarschijnlijk toch te breed is om in één keer op de foto te krijgen (ondanks de groothoeklens op mijn camera) blijf ik maar in het oosten van Wales. Via Abergavenny, het Brecon Beacons National Park, Welshpool en Wrexham kom ik uiteindelijk weer terug in Engeland; in Chester om precies te zijn. Daarna steek ik per veerboot de Mersey over naar Liverpool en fiets dan via Preston naar Keswick in het Lake District. Tussen Carlisle en Lockerbie steek ik de grens met Schotland over, waarna Edinburgh en Glasgow op het programma staan. Langs het Loch Lomond kom ik via het National Park The Trossachs de Schotse Hooglanden binnen, waar Loch Ness en Inverness mijn bekendste tussenstops zijn. Dan is het nog drie dagen fietsen tot John o' Groats, waarna ik in Wick de trein terug naar het zuiden pak. Als alles volgens plan verloopt stap ik op 17 augustus in Newcastle upon Tyne op de ferry naar IJmuiden, waar ik de volgende ochtend fris hoop aan te komen.

Alles bij elkaar zit ik dertig dagen op de fiets en rij ik gemiddeld 100 kilometer per dag. Ik heb er zin in. De Zwarte Santos heeft zijn grote beurt gehad. Mijn regenpak ligt klaar. Mijn tent is opnieuw geïmpregneerd. De anti-muggenspray tegen de midges is al ingepakt. (Midges zijn minuscule mugjes, die maar één doel hebben in het leven: alle bloed wegzuigen uit de spaarzame bezoekers van de Schotse Hooglanden). Kortom: het wordt 'a piece of cake'.

Ik ben klaar voor de uitdaging Tilburg – Land's End – John o'Groats!

John o' Groats. Gelegen in het uiterste noordoosten van het Groot-Brittannië. Om er te komen moet je nog écht reizen. Er ís geen luchthaven. Er ís geen station. Na Inverness, de laatste stad van betekenis, moet ik drie volle dagen fietsen door de Highlands. Door niemandsland. Geen bomen. Geen mensen. Geen huizen. Alleen al daarom past John o' Groats prima in het rijtje Ushuaia, Timbuktu, Lhasa en Vladivostok.

En er is nóg een reden: in de praktijk blijkt de mythische status van deze plaatsen vaak vies tegen te vallen. Het bereiken van de bestemming is in bijna alle gevallen een anticlimax. Niet dat ik er ooit geweest ben, maar van de foto's die ik van Vladivostok heb gezien wordt ik niet echt vrolijk. Kernonderzeeërs uit het Sovjet-tijdperk die weg liggen te roesten in de haven. Deprimerende betonnen blokken, die voor flats door moeten gaan, zijn kriskras over de heuvels uitgestrooid, en de industriële complexen tussen de woonwijken braken de hele dag gitzwarte wolken uit hun schoorstenen. En dan Lhasa: daar is weinig Tibetaans meer aan. De Potala, het paleis van de Dalai Lama, is een toeristenkermis geworden, de meeste boeddhistische kloosters zijn verwoest, en daar waar ooit yaks de karren met handelswaar voorttrokken, daar rijden nu Chinese pantservoertuigen om de orde te bewaren. In Timbuktu is het al niet veel beter. De eeuwenoude lemen woestijnstad wordt overspoeld door straatarme en hongerige families van het platteland, die hier tevergeefs een beter leven hopen te krijgen. Al-Qaida heeft er inmiddels vaste voet aan de grond gekregen en als buitenlander loop je grote kans ontvoerd te worden.

OK, ik moet toegeven, zo erg is het met John o' Groats gelukkig nog niet. Maar wat ik gezien heb op Google Earth en Google StreetView belooft niet veel goeds: het beroemde kasteel-achtige hotel bij het veerhaventje naar de Orkney-eilanden, 'The First and Last House', is al jaren failliet en dichtgespijkerd. Het bord met de richtingaanwijzer naar Land's End is privé-eigendom, en als je er een foto van wilt maken moet je hiervoor betalen (hoezo commerciële uitbuiting?). Het dorp zelf bestaat uit amper 300 zielen, die allemaal wonene in grijze huizen. Dezelfde kleur grijs als de vaak zware Schotse luchten, vlak voor één van de beruchte Schotse regenbuien. Niet voor niets heeft Lonely Planet – toch een autoriteit op het gebied van reisgidsen – John o' Groats in 2010 onderscheiden met een 'Karbonkel-Award', voor het somberste dorp van Schotland…

Kortom: John o' Groats; je wilt er nog niet dood gevonden worden… (dat kan dan weer beter in Doodstil, of misschien nog beter, in Amen…)

Maar toch, naar dát dorp ga ik fietsen. Want zo gaat dat met X-factor plaatsnamen. Het gaat niet om de bestemming; het gaat om de reis er naar toe. Dertig dagen lang op de fiets onderweg naar een plaats waar ik eigenlijk niet wil zijn. En áls ik er dan eindelijk ben, dan wil ik er zo snel mogelijk weer vandaan. Terug naar huis. Terug naar Tilburg, dat de X-factor gelukkig NIET heeft!

P.S.

Van alle belevenissen onderweg hou ik jullie op dit weblog natuurlijk uitvoerig op de hoogte.

Yours sincerely,
Etienne


  • 26 Juni 2011 - 10:16

    Maaike:

    Hi Etienne,

    Het begint te korten! En zo te horen, ben je er weer helemaal klaar voor. Dat treft: ik ook ;-) Ik ga je natuurlijk weer volgen. Jouw avonturen hebben nu eenmaal óók een behoorlijke X-factor!

    Groetjes,
    Maaike

  • 26 Juni 2011 - 12:05

    Olga:

    Hoi Etienne,
    Flinke onderneming voor de boeg, daar valt mijn Bordeaux - Geneve - Basel - Huis beetje bij in het niet... Hooguit het uitstapje naar de Mt.Ventoux maakt dat het nog echt een prestatie wordt... En dan knoop ik ook nog eens gewone bestaande routeboekje aan elkaar. Maar! Ik kan wel uitgaan van mooi weer, regen hadden we vorig jaar al meer dan voldoende toch?

    Heel veel plezier, geniet ervan! Ik hoop voor je dat je regenpak nutteloze bagage blijkt te zijn en dan lekker afgetraind en afgeladen met verse energie weer naar huis. Hou me op de hoogte, je schrijft zo lekker bloemig, alsof de lezer er zelf bij is, maar lekker niet moe wordt ;-)

    Gr. Olga

  • 26 Juni 2011 - 21:02

    Joyce:

    Hey Etienne,

    Ben ik net terug uit Mallorca van de stagebezoeken (voor mij heeft dat best de X-factor) en denk ik met een vreselijke boottocht naar Menorca ook best te hebben afgezien. Valt dit toch weer echt helemaal in het niet bij jouw reis.
    Wat heb je namelijk weer een geweldige reis gepland en ik ga je dan ook zeker volgen!
    En als die boekjes allemaal niks zijn, moet je toch maar eens overwegen om er zelf een uit te gaan geven. Het is steeds weer super om jou verhalen te lezen.

    Alvast heel veel plezier bij de laatste voorbereidingen!

    Joyce


  • 08 Juli 2011 - 13:35

    Herman En Lily :

    Hallo Etienne,
    Wij hebben weer genoten van je voorwoord. Aangezien we je vaak met je voorbereidingen bezig zagen, weten we al veel van je komende reis af.
    Het wordt voor jou weer genieten, en voor ons ook.
    We wensen je heel veel succes en veel gezonde en fijne fietsuurtjes.
    Toi, toi, toi.
    Groetjes,
    pap en mam

  • 10 Juli 2011 - 13:48

    Maaike:

    Hi Etienne,

    De dag van vertrek! Ik heb toch gezegd, dat ik je goed in de gaten houd ;-)

    Gezien het tijdstip ben je wellicht al gearriveerd in Hoek van Holland?! Ben benieuwd naar je eerste fietskilometers! En warempel, ik denk dat je eerste fietsdag zelfs droog verlopen is! Dat belooft wat!

    Ik wilde in ieder geval nog even zeggen: geniet weer van alle avonturen! Vorig jaar had jouw reis nog een heel andere betekenis. Nu mag, nee móet je enkel genieten! De druk is toch een beetje van de ketel, hoop ik...

    Ben jij een beetje benieuwd naar je rooster voor de komende schoolperiode?! Tja, jij op de fiets, ik gisteren en vandaag druk achter de computer... Maar ik geloof dat het begin van mijn vakantie nu ook dicht in de buurt is hoor!

    Etienne, zet 'm op! Maar vooral, have fun en enjoy!

    Groetjes,
    Maaike


  • 11 Juli 2011 - 10:24

    Ad Berk:

    Hoi Etienne,

    Inmiddels al op weg naar londen. Hopelijk niet zeeziek geworden tijdens de overtocht. Ik weet dat je al neigingen hebt als je in bad zit. Voor als nog hebben wij hier prachtig weer. Prachtig fietsweer. ik hoop dat jij dat ook hebt en dat de regen je een beetje bespaard blijft. Maar Schotland zonder regen is niet echt Schotland maar dat duurt nog even. Heel veel plezier met je fietstocht en als je verhalen weer net zo leuk worden als de inleiding dan belooft dat wat. Ik kijk er reikhalzend naar uit.
    Spaar nog wat energie voor de huttentocht want ook die wordt inspannend.

    groeten,
    Ad

  • 13 September 2013 - 09:30

    KAK:

    JE bent een aap, drol poepieschijtiekakkiedrolaap!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nederland, Tilburg

Op de fiets door Groot-Brittannië

.

Recente Reisverslagen:

15 Augustus 2011

Into the wild (deel 2)

15 Augustus 2011

Into the wild (deel 1)

08 Augustus 2011

The Long Way Up (deel 2)

08 Augustus 2011

The Long Way Up (deel 1)

29 Juli 2011

Gekkenwerk...
Etienne

...... Welkom op mijn weblog! ‘Wat zou jij doen met een miljoen?’ Ken je die slogan uit de commercials van de Lotto nog? Vast wel! Want ik weet zeker dat elk mens er wel eens over nadenkt: ‘Hoe zou mijn leven eruit zien als ik morgen in één klap financieel onafhankelijk zou zijn?’ Niet meer hoeven werken, maar gewoon lekker doen waar je zin in hebt. Misschien een nieuwe auto kopen, of een groter huis, of eindelijk die droomreis maken. Een eigen bedrijf beginnen. Of misschien liever iets schenken aan de mensen die je lief zijn, of aan een goed doel… OK, ik moet toegeven: of je jezelf in de huidige eurocrisis met één miljoen op je bankrekening voor de rest van je leven financieel onafhankelijk mag noemen is zeer discutabel. Maar het staat vast dat je voor zo’n bedrag wel héél wat leuke dingen kunt doen. Ook ík droom wel eens. En ik – dat wil zeggen: Etienne Huijten (35 jaar en single), in het dagelijks leven werkzaam als docent Toerisme en Recreatie aan MBO ‘De Rooi Pannen’ te Tilburg – zou het in ieder geval wel weten: ik zou een deel van dat bedrag gebruiken om mijn baas voor een tijdje gedag te kunnen zeggen, en vervolgens op mijn fiets de wereld rond gaan. Ja inderdaad: op de fiets de wereld rond! Dát is míjn droom. Niet per vliegtuig op wereldreis, of met een luxe cruiseschip, of lekker achterover leunend achter het stuur van een snelle sportwagen of klassieke oldtimer. Nee, gewóón op de fiets; op eigen spierkracht. Mijn tentje gaat mee in de fietstassen, en mijn slaapmatje, en natuurlijk mijn slaapzak. En verder heb ik niets nodig. Back to Basic. Avontuur. De wereld om me heen. Bijzondere ontmoetingen. En natuurlijk de Ultieme Vrijheid. Ik besef heel goed dat ik in de ogen van de meeste mensen totaal krankjorum ben. Maar ik ben nu eenmaal verslaafd aan lange-afstands-reizen-op-de-fiets, en ik ga hier niet eens een poging doen om uit te leggen wat daar leuk aan is. Dat is namelijk toch verspilde moeite. Laat ik het er maar op houden dat ik weliswaar de Lotto (nog?) niet gewonnen heb, maar dat ik een paar jaar geleden wél de hoofdprijs heb gepakt in een ándere loterij: de Loterij van het Leven. Ik heb namelijk het geluk gehad volledig te mogen genezen van kanker, en dat is in mijn ogen véél meer waard dan een miljoen! Om de periode van de strijd tegen kanker af te kunnen sluiten en mezelf te testen of ik weer gezond was, ben ik in de zomer van 2010 in mijn eentje naar Rome gefietst. Die tocht (waarvan het verslag op deze site nog steeds terug te lezen is; zie ‘Mijn andere reizen’ – ‘Op de fiets naar Rome’) heeft op mij een onuitwisbare indruk achtergelaten. Dat kwam niet alleen omdat ik met die reis bijna € 2.000,- voor het Kika-kinderkankerfonds heb opgehaald, maar vooral omdat ik me tijdens die tocht fysiek sterker dan ooit voelde, en een ongekend gevoel van vrijheid heb ervaren. En met name dat laatste werkt zéér verslavend! Vanwege die verslaving aan fietsen en die hang naar vrijheid zou ik het liefste vandaag nog vertrekken voor een wereldreis op de fiets. Helaas zit dat er financieel niet in, en - ondanks dat ik met de zeven weken zomervakantie die horen bij het werken in het onderwijs zeker niet mag klagen over vrije dagen - heb ik daar ook helaas de tijd niet voor. Ik zal me moeten beperken tot fietsvakanties die in maximaal 5 tot 6 weken goed te doen zijn. Daarom heb ik vorig jaar een fietsreis van bijna 3.000 km door Engeland, Wales en Schotland gemaakt; en stap ik dit jaar voor de derde zomer op rij op de fiets voor een rit naar een verre bestemming. Ditmaal is die bestemming Santiago de Compostela in noordwest Spanje. Anders dan in de twee voorgaande jaren fiets ik dit jaar niet alleen. Ik onderneem de tocht samen met oud-collega Ad Berk, die enkele jaren geleden ook al een poging ondernomen heeft om op de fiets Santiago te bereiken; maar toen helaas de trip door fysieke ongemakken voortijdig heeft moeten staken. Of we Santiago nu wel bereiken? We gaan er in ieder geval voor! Zo nu en dan zal ik op deze site een kort verslagje zetten van onze belevenissen onderweg. Het verslag zal deze keer ongetwijfeld een stuk korter worden dan je wellicht van de twee voorgaande edities van mij gewend bent. Dat komt deels omdat de reis korter is dan bij ‘Rome’ en ‘Engeland’, (nu slechts 2.400 kilometer i.p.v. respectievelijk 3.500 en 2.900), maar ook omdat ik met een gesprekspartner ’s-avonds op de camping minder tijd én behoefte zal hebben om mijn ervaringen op papier te verwerken. Desondanks zal ik zeker proberen om jullie op de hoogte te houden van het verloop van de reis over de eeuwenoude ‘Camino de Santiago’. Hou dit weblog dan ook goed in de gaten! Etienne

Actief sinds 21 April 2010
Verslag gelezen: 4202
Totaal aantal bezoekers 73378

Voorgaande reizen:

03 Juli 2012 - 09 Augustus 2012

Fietsen op de Camino

10 Juli 2011 - 18 Augustus 2011

Op de fiets door Groot-Brittannië

19 Juli 2010 - 03 September 2010

Op de fiets naar Rome voor Kika

Landen bezocht: