Alle begin is moeilijk
Door: etiennehuijten
Blijf op de hoogte en volg Etienne
15 Juli 2011 | Verenigd Koninkrijk, Londen
Citytrippen is leuk, maar levert niet zo veel stof op voor een weblog. Daarom krijg je deze keer alleen een verslag van de fietsdagen die ik totdusver heb gehad. Want ondanks het feit dat ik pas zo’n gering aantal kilometers heb gereden, heb ik toch alweer genoeg meegemaakt voor een aardig reisverhaal. Ik wens je veel plezier met lezen (heb je even de tijd?) en laat als je wilt gerust een berichtje achter.
Zondag 10 juli 2011:
Etappe 1: Tilburg - Hoek van Holland (124,4 km)
Twintig kilometers. Die stonden er op de teller toen ik serieus overwogen heb om de pijp aan Maarten te geven en terug naar huis te gaan. Ik had sterk de neiging om in bed te kruipen en er de hele dag niet meer uit te komen! Waarom? Laten we het op lijfsbehoud en overlevingsdrang houden. Ik was namelijk precies twintig kilometer onderweg toen ik voor de derde keer vandaag met mijn snufferd op de grond lag; deze keer op een centimeter of tien van een aantal grote brandnetels! Als ik in dit tempo door zou gaan met van mijn fiets kukelen, dan zou de teller bij deze trip van meer dan drieduizend kilometer ruim boven de vierhonderd valpartijen uitkomen...
Vorig jaar heb ik op mijn Rome-trip pas in San Quérico in Toscane voor het eerst van dichtbij kennis gemaakt met het asfalt. Toen werd ik na een aanvaring met een lokale dorpsgek nogal hardhandig van mijn fiets geduwd. Ik was op dat moment al ruim 2600 kilometers schadevrij doorgekomen; iets wat ik vandaag dus niet kan zeggen. Eerlijkheidshalve moet ik overigens bekennen dat ik deze keer zelf de grootste veroorzaker van mijn valpartijen was, hoewel enige klunzigheid van derden wel een rol heeft gespeeld.
De eerste valpartij vond plaats in het centrum van Gilze, amper tien kilometer van huis. Bij het uitzetten van mijn route van Tilburg naar Hoek van Holland had ik er geen rekening mee gehouden dat uitgerekend vandaag de amateur-wielerwedstrijd Hart van Gilze plaats zou vinden, met start, finish en de rest van het parcours volledig in het het centrum van - uiteraard - Gilze. En laat Gilze nou net de eerste plaats zijn die ik op weg naar Hoek van Holland zou moeten doorkruisen.
Al van verre zag ik een grote finishboog over de weg staan. Toen ik dichterbij kwam bleek de weg die ik volgens mijn routeboekje zou moeten nemen te zijn afgezet met dranghekken. Die dacht ik nog slim te kunnen omzeilen door even met de bocht mee een stukje naar links te rijden, om zo stiekem met een U-bocht over een pleintje aan de andere kant van de finishboog weer op te duiken. Ook hier kon ik echter niet verder. Hier was de weg afgezet met linten, die van van lantaarnpaal naar lantaarnpaal gespannen waren, als afscheiding tussen het trottoir en het parcours. Mijn weg vervolgen over het trottoir ging niet, want dat werd versperd door een hierop geparkeerde auto. Naast de auto stond een man van de organisatie. Deze adviseerde mij even te wachten totdat het peloton voorbij was, om daarna snel onder het lint door te duiken, twintig meter tegen het wielerparcours in fietsen, dan weer onder het lint door te gaan en vervolgens schuin links een zijstraatje te nemen, waardoor ik redelijk ongehinderd mijn route zou kunnen vervolgen. Ik heb mijn fototoestel tevoorschijn gehaald om enkele foto’s te nemen van de wielerwedstrijd, en onderwijl een praatje gemaakt met de man van de organisatie. De kopgroep en het peloton vlogen voorbij en het parcours leek nu even vrij, dus de man van de organisatie tilde het lint op en riep: 'Snel, ga!' Helaas was ik echter nog bezig met het opbergen van mijn fotocamera, dus reageerde ik niet snel genoeg. Toen ik eindelijk in beweging kwam en mijn schoentjes in de pedalen klikte om weg te fietsen, kwam er een tweede peloton aangestormd, met daarachter op hoge snelheid een aantal volgauto's. Nu ben ik nooit goed in wiskunde geweest, maar ik kon wel berekenen dat met de snelheid waarmee deze meute op me af kwam, ik nooit op tijd twintig meter verderop weer onder het lint door zou kunnen duiken om het parcours weer vrij te maken. In gedachten zag ik de krantenkoppen al: 'Terroristische aanslag in Gilze: idioot op vakantiefiets rijdt in op wielerpeloton - vijftien renners zwaargewond!' Ik besloot dus rechtsomkeer te maken en het trottoir weer op te vluchten. Helaas had ik te weinig snelheid om de horde die stoeprand heet te overwinnen, en bovendien had de man van de organisatie het lint inmiddels alweer laten zakken. Resultaat: valpartij nummer één. Gelukkig viel ik op het trottoir en was de val niet echt hard. Terwijl ik nog lag te worstelen om onder mijn fiets vandaag te komen vloog het peloton achter me langs. Het had dus allemaal veel erger kunnen zijn. Helaas kan ik jullie niet vertellen wie de winnaar is geworden van de wielerronde Hart van Gilze. Het leek me na dit akkefietje beter Gilze zo snel mogelijk te verlaten, en niet bij te finish te wachten totdat eventuele boze renners verhaal zouden komen halen bij spookrijdende vakantiefietsers.
Nauwelijks van de schrik bekomen reed ik even later bij Chaam de bossen in. Hier volgde mijn route voor een stukje de bestaande knooppuntenfietsroutes. Met behulp van een fietsroute-knooppuntenkaart had ik bepaald dat ik knooppunt 29 zou moeten volgen. Op diezelfde kaart stond aangegeven dat de route naar knooppunt 29 over een onverhard pad liep, en dat er een hele rare kronkel in die route zat. In mijn eigenwijsheid dacht ik een heel stuk te kunnen afsnijden door gewoon rechtdoor te rijden, in plaats van de U-vorm te volgen die route volgens de kaart maakte. Dom! Toen ik op de kruising rechtdoor reed, waar ik volgens het knooppuntenbordje nummer 29 linksaf had gemoeten, werd het onverharde pad steeds slechter. De eerste stuk ging nog wel, omdat er aan de rechterkant van wat een ruiterpad bleek te zijn een strook met een redelijk harde ondergrond lag. Nadat ik hier ongeveer een kilometer overheen gehobbeld had, veranderde deze strook echter in rul zand; kapotgetrapt door de paardenhoeven. Zelfs in de kleinste versnelling kwam ik hier nauwelijks doorheen. Ik wist wat er ging gebeuren, maar toch bleef ik stug doorfietsen - onder het motto: mijn Zwarte Santos heeft een mountainbikeframe, dus moet 'ie dit zware werk ook aankunnen.
Nou, de fiets kon het wel aan, alleen de berijder niet. Sturen in los zand is een kunst die ik nog niet goed genoeg beheers, en dus was valpartij nummer twee een feit. Languit lag ik in het zand, mezelf vervloekend toen ik zag dat het stuur van mijn fiets negentig graden verdraaid was ten opzichte van het voorwiel. Pas toen ik daar zo lag besefte ik hoe stom ik bezig was. Ik ga vrijwillig ruim 3000 kilometer fietsen, en dan zet ik mijn hele vakantie op het spel om een kilometertje af te snijden. Voor hetzelfde geld was mijn fiets nu helemaal kapot geweest... Maar goed. Ik heb het zand uit mijn ogen geveegd, de fiets weer recht gezet, en toen alle tassen uitgepakt, op zoek naar de inbussleutel die ik nodig had om mijn stuur weer recht en vast te zetten. Uiteraard zat mijn multitool helemaal onderin de laatste tas die ik opende. Toen mijn stuur weer recht stond heb ik al lopend mijn fiets door het rulle zand voortgeduwd, waarna ik uiteindelijk zwart van het stof en het zweet knooppunt 29 bereikte. Ik had er zeker een half uur langer overgedaan dan wanneer ik gewoon de bewegwijzerde knooppuntenroute zou hebben gevolgd. Maar dan had ik wel weer een klein avontuur minder gehad om over te schrijven.
Met deze valpartij was het leed nog niet geleden. Na knooppunt 29 volgde de route enkele smalle geasfalteerde fietspaadjes door de bossen tussen Chaam en Ulvenhout. Omdat het zondag was, en mooi weer, was ik niet de enige fietser op dit traject. Voor me reed een ouder echtpaar op elektrische fietsen, met een snelheid van wel 10 kilometer per uur. Hoewel het fietspad smal was, was passeren – als de mensen voor me tenminste een heel klein beetje rechts hielden – wel mogelijk. Ik had al een keer of vijf gebeld om aan te geven dat ik graag langs wilde, en toen de dame voor me hier niet op reageerde heb ik vriendelijk geroepen of ze even een klein beetje opzij wilde gaan. Na vier keer roepen had ik succes! Mevrouw was zo aardig om even aan de kant te gaan. Net toen ik haar passeerde zag ze echter links van de weg een eekhoorn in een boom. 'Oh kijk Jan, een eekhoorn!' riep ze naar haar man. Met haar arm wees ze in de richting van de boom waarin het beestje zou moeten zitten. Nou vraag me niet waarom, maar sommige mensen kunnen hun stuur niet recht houden als ze het niet met twee handen vasthouden, en daarop was deze vriendelijke dame geen uitzondering. Om de één of andere reden volgde haar fiets de richting waarin haar arm wees; naar links dus, waar ik net passeerde…
Je raadt het al: ik moest uitwijken, kwam naast het asfalt terecht, glibberde door de modder, verloor mijn evenwicht en boem! Valpartij nummer drie, net naast de brandnetels. En oma op de fiets had helemaal niets in de gaten. Zij was te druk met speuren naar het dierenleven in de Chaamse bossen.
En daar lig je dan, voor de derde keer languit op de grond. Pas twintig kilometer van huis. Het is dat ik de overtocht naar Engeland al geboekt had, maar anders was ik echt per direct omgedraaid. Het leek er immers verdacht veel op dat dit typisch zo’n dag was waarop alles wat mis kan gaan ook daadwerkelijk mis ging.
Wat ook tegen zat – letterlijk – was de wind. Volgens de voorspelling op internet zou er vandaag een westenwind waaien, kracht 2 tot 3. De windrichting klopte, de windkracht niet. Voor mijn gevoel lag die namelijk een stuk hoger. Op de open stukken over de dijk tussen Klundert en Willemstad kwam ik haast niet vooruit. Fietsen kost in zo’n geval veel energie, en in Willemstad was ik dan ook echt toe aan een break.
Ik heb even moeten zoeken naar een vrij tafeltje op een terras, maar uiteindelijk vond ik iets onder de bomen bij eetcafé Jimmy's (of zoiets). In eerste instantie werd ik door het bedienend personeel volkomen genegeerd. Een man alleen aan een tafeltje, die wacht vast nog op zijn gezelschap. Na vier keer contact zoeken kwam er eindelijk een serveerster op me af. Ik bestelde twee cola (ik had erge dorst en behoefte aan suiker) en één omelet. Tot drie keer toe vroeg de dame in kwestie of ze het goed verstaan had. Twee cola? En maar één omelet? Géén twee, net als de cola? Dat kon ze niet begrijpen. Toen de drankjes even later kwamen zette de serveerster demonstratief één drankje voor mijn neus neer, en het andere aan de overkant van de tafel. Ze had nog steeds niet door dat beide drankjes voor mij bestemd waren. Toen kwam ze terug om de tafel in te dekken, met twee placemats, twee servetten en twee setjes bestek. Voor de zoveelste keer zei ik dat ik maar voor één persoon eten besteld had. Ik wees naar mijn fiets en zei dat ik alleen op fietsvakantie was, en dat – tenzij zij me gezelschap wilde houden – ik dus ook in mijn eentje zou eten. Ze keek opzij naar mijn fiets en zag inderdaad maar één fiets staan. Eindelijk viel het kwartje. Uit beleefdheid (of was het gewoon nieuwsgierigheid) vroeg ze waar ik naar toe ging. Toen ik vertelde dat ik op weg was naar Hoek van Holland voor een rondreis van 3000 kilometer door het Verenigd Koninkrijk zag ik een horrorblik in haar ogen verschijnen. 'Jij bent niet goed bij je hoofd! Jij bent écht knet-ter-gek!'. Zonder verder nog iets te zeggen liep ze naar binnen om mijn omelet te halen. Ze zal waarschijnlijk nooit begrepen hebben waarom ik geen fooi voor haar heb achtergelaten…
Na mijn pauze ben ik via de Volkeraksluizen en de Haringvlietbrug naar de Hoekse Waard gereden, een mooi, stil en vergeten stukje Nederland onder de rook van Rotterdam. Zowel bij Spijkenisse als bij Rozenburg had ik het 'geluk' dat de veerpont die ik moest nemen vlak voor mijn neus wegvoer. Inmiddels begon voor mijn gevoel de tijd te dringen. De uiterste inschepingstijd was kwart over acht, en als er nog veel meer misging zou ik de boot wel eens kunnen missen. Dat gevoel bekroop me helemaal toen ik de laatste tien kilometer van Maassluis naar Hoek van Holland langs de Nieuwe Waterweg de wind weer pal op kop kreeg. Veel harder dan een kilometertje of twaalf per uur kwam ik niet vooruit, maar door stevig door te stoempen kwam ik uiteindelijk toch nog ruim op tijd aan bij de ferryterminal in Hoek van Holland.
Inschepen met een fiets op een autoferry blijft toch iets merkwaardigs. Voor voetpassagiers is er een aparte terminal, en een loopbrug die hen direct naar de huttendekken brengt. Als fietser moet je echter keurig in de rij tussen de auto's, caravans en touringcars wachten voor de incheckhokjes. Deze hebben nog het meest weg van de tolhuisjes op bijvoorbeeld de Franse snelwegen. Ik was gelukkig vrij snel aan de beurt. Van de vriendelijke jongedame in het incheckhokje kreeg ik mijn keycard van de hut, alsmede een vier pagina's tellende brochure met veiligheidsvoorschriften voor fietsers aan boord van een ferry. Tijd om die folder te lezen had ik niet, want achter me stonden de auto's en twee touringcars al te dringen om ook aan boord te gaan. Achteraf gezien zou ik aan die veiligheidsinstructies ook weinig hebben gehad. Zo kon ik bijvoorbeeld de eerste twee instructies al onmogelijk opvolgen. 1: Draag bij het aan boord gaan een reflecterend vest… Ja, en als je dat nu eens niet bij je hebt? En dan 2: Het is voor fietspassagiers verboden bij het aan boord gaan en op het autodek zich tussen het gemotoriseerd verkeer te begeven. Erg lastig als je van dezelfde ingang gebruik moet maken en via hetzelfde route naar de fietsenstalling wordt geleid!
Want eenmaal aan boord moet je met je fiets gewoon over het autodek naar één van de fietsenstallingen. Ik werd helemaal naar voren gedirigeerd, vlak achter de grote boegdeur van autodek 3. Daar stonden in een rek drie oude fietsen die volgens mij alleen als ballast dienst deden. Aan de zes lege banden te zien waren die fietsen al een eeuwigheid niet meer van hun plaats geweest. Tussen die fietsen en de romp van het schip was nog een heel klein gaatje, waar ik mijn fiets moest stallen. Ik legde mijn zonnebril, keycard en veiligheidsinstructiefolder even op de deksel van een grote kist met scheepsgereedschap, zodat ik mijn handen vrij had om de tassen van mijn fiets te halen; anders paste deze niet in de fietsenstalling. Met vier zijtassen, een toptas overdwars achter op de fiets en een stuurtas (waar de belangrijkste zaken zoals geld, paspoort, fotocamera en reispapieren inzitten) kom ik in totaal dus op zes stuks bagage; onmogelijk om allemaal in een keer mee naar de hut te nemen. Ik besloot eerst de stuurtas en de toptas naar boven te brengen, en dan terug te komen voor de andere vier tassen. Mijn hut bevond zich op dek 10, zeven verdiepingen hoger. Maar gelukkig beschikte de Stena Brittanica over een lift.
Die lift was een ervaring op zich. Ik drukte op de knop en moest toen ongeveer drie minuten wachten voordat de lift eraan kwam. Toen de liftdeuren open gingen en ik in wilde stappen, bleek de lift al tjokvol te zijn met passagiers en koffers van de autodekken 4 en 5. Ik paste er onmogelijk bij, dus ben ik braaf blijven wachten. Drie minuten later kwam de lift weer beneden, wederom uitpuilend met autopassagiers. Dat geintje herhaalde zich een keer of drie, en toen had ik eindelijk een lift helemaal voor mij alleen. Dat wil zeggen, tot op dek 5. Want daar stroomde de lift weer vol met autopassagiers die net als ik naar boven wilden naar de huttendekken. Het merendeel van deze mensen moest er op dek 9 uit. Ik bleef achter met nog vier anderen, in de verwachting door te gaan naar dek 10. Ik had namelijk bij het instappen al op de knop van dek 10 gedrukt. Maar tot mijn verbazing ging de lift weer naar beneden. Naar dek 4 om precies te zijn. Toen weer omhoog naar dek 5, vervolgens weer omlaag naar dek 4. En daarna zelfs helemaal terug naar dek 3! Ik was weer terug bij af. Mens-erger-je-niet is er niets bij…
Na veel ge-heen-en-weer (of beter gezegd ge-op-en-neer) kwam ik eindelijk op dek 10. Ik maakte mijn stuurtas open om de keycard eruit te halen om te kijken welk hutnummer ik precies had. Maar waar was die keycard nu? Niet in mijn tas… Oh shit! Die lag nog beneden op dek 3 op de deksel van de kist met scheepsgereedschap! Je zult begrijpen dat ik het een hele prestatie van mezelf vond dat ik dertig minuten later toch al al mijn tassen in mijn hut had en lekker onder een verfrissende douche stond… Nee, dit was niet echt een dag waarop alles helemaal vlekkeloos verlopen was!
Mijn hut was van alle gemakken voorzien. Ik had zelfs een TV waarop Nederland 1 te ontvangen was, waardoor ik het programma 'De Avondetappe' van Mart Smeets kon bekijken, om zo nog even bijgepraat te worden over de gebeurtenissen in de Tour de France. Toen ik de beelden zag waarop één van de volgauto's Juan Antonio Flecha van de weg reed, die op zijn beurt Johnny Hoogerland van de Vacansoleil-ploeg het prikkeldraad in katapulteerde, besefte ik dat ik toch wel een watje ben. Ik dacht er na drie valpartijtjes al over om naar huis te gaan, terwijl een bikkel als Johnny – in z'n blote kont ondersteboven hangend in het prikkeldraad – niet van opgeven wilde weten. Zelfs niet toen er na een bezoek aan het ziekenhuis ruim dertig hechtingen in zijn lijf zaten. Onder het motto: 'het kan dus altijd erger,' stap ook ik morgen dan maar weer gewoon vrolijk op de fiets.
Maandag 11 juli 2011:
Etappe 2: Harwich – Heybridge (76,3 km)
Volgens Ad Berk word ik al zeeziek als ik naar een badkuip kijk. Nu besef ik ook wel dat ik de afgelopen jaren geen al te beste reputatie heb opgebouwd als het gaat om het goed doorstaan van een beetje golfslag. Maar deze keer mag ik trots zijn op mezelf. Ik ben niet zeeziek geworden! Ok, eerlijkheidshalve moet ik dan ook meteen toegeven dat de zee dermate kalm was dat er geen verschil merkbaar was tussen afgemeerd liggen in de haven en varen op volle zee, maar toch: voor mij is dit een hele prestatie.
Om half zes 's-ochtends klonk er plotseling gefluit door de scheepsintercom. Pfwwwweeeet, pffffwwweeet, ppffwwweeet….. Don't worry, be happy… Op de tonen van Bobby McFerrin's hit uit de jaren ’80 werden alle passagiers gewekt. Er werd ons verteld dat we konden genieten van een heerlijk ontbijtje op dek 9, en dat we om half zeven geacht werden te ontschepen. Ik heb snel gegeten en ben toen – gezien de ervaringen van gisteravond – begonnen met al mijn bagage naar beneden te slepen. Toch was het autodek al helemaal leeg toen ik eindelijk als één van de laatste passagiers van boord ging.
De eerste kilometers in Engeland waren even wennen. Natuurlijk had ik me erop voorbereid dat ik links moet fietsen. 'The right side is de wrong side', zeggen ze hier. Maar een rotonde van de andere kant nemen, geparkeerde auto’s rechts inhalen en verkeer van links voorrang geven voelt in het begin toch erg onnatuurlijk. Gelukkig was er om zeven uur 's-ochtends nog niet zo heel erg veel verkeer onderweg in Harwich, waardoor ik even te tijd krijgen om te wennen.
Waar ik vooraf niet op gerekend had was het goede weer. Engeland heeft toch een reputatie hoog te houden als het gaat om slecht weer. Tijdens mijn eerste kilometers door het Verenigd Koninkrijk was er echter letterlijk geen wolkje aan de lucht te bekennen. En daarnaast was de temperatuur ook nog eens heel aangenaam. Op het moment dat ik dit type (het is inmiddels vrijdag) heb ik nog steeds geen Engels weer gehad. Er is nog geen regendruppel gevallen, en dat terwijl bij jullie in Nederland de herfst inmiddels is begonnen.
Het eerste stukje van de route van vandaag ging langs de kust bij Harwich. Ik had een fraai uitzicht op de haven van Felixstowe aan de overzijde van het water. Tussen Harwich en Dovercourt kwam ik langs enkele kustverdedigingswerken die volgens mij nog uit de tweede wereldoorlog stammen. Niet lang daarna ging de route landinwaarts, en zag ik niets dan glooiende heuvels die zover je kon kijken bedekt waren met graanvelden. Het landschap deed me zeer sterk denken aan grote stukken van Duitsland waar ik vorig jaar doorheen gefietst ben op weg naar Rome. Ik kan wel begrijpen waarom de Duiters in de Tweede Wereldoorlog zo hun best gedaan hebben om Engeland te veroveren. Deze streek is gewoon een verlengde van 'Die Heimat!'. En met plaatsnaambordjes als 'Clacton-on-Sea', 'Frinton-on-Sea', 'Little Oakley' of 'Great Bentley' hoef je niet zo heel veel fantasie te hebben om Captain Mainwaring en zijn zooitje ongeregeld uit 'Daar Komen De Schutters' (Dad's Army) in gedachten voorbij te zien marcheren.
Wat me al heel snel opviel was dat de Engelsen in dit gebied ontzettend vriendelijk zijn. Echt iedereen wenst je een goede morgen, en het komt regelmatig voor dat automobilisten spontaan naar je zwaaien (en dat is echt niet omdat ik aan de verkeerde kant van de weg rij...) De enige die wat minder vriendelijk was, was een politieagent waarmee ik het op een gegeven moment aan de stok kreeg. Ik heb voorafgaand aan deze reis een nieuwe fotocamera gekocht, en die wilde ik eens uitproberen op de prachtige bermbloemen, die overal tussen die graanvelden en de wegen stonden. Toen ik op een stille weg – ik had al zeker vijftien minuten helemaal niemand gezien – mijn fiets aan de kant zette om een foto te maken, kwam er uitgerekend op dat moment een politieauto voorbij. De agent kon mij niet passeren (daarvoor was de weg te smal) en had dus alle tijd om uit te stappen en mij uit te leggen dat ik levensgevaarlijk bezig was door op deze drukke weg zomaar het verkeer te blokkeren. Overigens vond de agent zichzelf wel heel vriendelijk, want hij liet het bij een waarschuwing...
Vorig jaar heb ik op mijn route naar Rome heel veel vakantiefietsers gezien. Hier in Engeland zijn die een stuk zeldzamer. Toch kwam ik na een uurtje of twee een eerste soortgenoot tegen. Niet op een gewone fiets, maar in een rolstoel, met een soort voorzetfiets die met de handen voortbewogen werd. De man in de rolstoelfiets groette me heel vriendelijk en we raakten even aan de praat. Hij bleek Dennis te heten, en had tijdens de Golfoorlog in Irak in de buurt van Basra, waar veel Britten gelegerd waren, beide onderbenen verloren door een bermbom. Nu was hij via een sponsortocht bezig om geld in te zamelen voor gehandicapte kinderen. Van zoiets krijg ik kippevel. In plaats van bij de pakken neer te gaan zitten gebruikte Dennis zijn handicap op een hele positieve manier. En dat vind ik nu het mooie van een fietsvakantie: je komt vanzelf écht bijzondere mensen tegen!
Vlak voor Colchester, de eerste grote plaats die ik moest doorkruisen, ging Dennis een andere richting op. We hebben elkaar gedag gezegd en ik ben doorgereden Colchester in, op zoek naar een pinautomaat voor mijn eerste Britse Ponden, en een lekkere kop koffie in het stadspark bij een prachtig kasteel. Daarna ben ik zonder veel problemen doorgereden naar Heybridge, het eindpunt van vandaag.
Toen ik aankwam op de camping, een enorm groot deprimerend stacaravan-park met alleen maar grijze bewoners, bleek de receptie gesloten. Hier in Groot-Brittannië zijn de meeste campings niet toegankelijk voor tentkampeerders, dus ik kan niet al te kieskeurig zijn. Osea Leisure Park in Heybridge accepteert volgens hun internetsite wél tenten, maar daar was in de praktijk niet veel van te merken.
Toen na een half uurtje wachten eindelijk een medewerkster van de receptie kwam opdagen, vertelde zij dat ik de enige tentkampeerder was tussen zeker 2000 stacaravans. Wonderbaarlijk genoeg kwamen niet veel later nog twee vakantiefietsers aan. De man en de vrouw keken heel zuur naar het weiland dat voor kampeerveld door moest gaan, keken zuur naar mij, keken zuur naar het toiletblok (dat inderdaad niet veel voorstelde), en keken zuur naar de lucht die inmiddels helemaal bewolkt was. De man kwam even informeren hoeveel ik had moeten betalen voor mijn plaatsje, want hij vond de zeventien pond die hij voor zichzelf en zijn vrouw moest afrekenen wel heel erg veel. In de paar minuten dat ik met de man gesproken heb, heb ik alleen maar klachten gehoord. Niets was goed hier. Het eten was slecht. De campings waren slecht. De mensen waren volgens hem onvriendelijk en niet te verstaan (logisch, want de man sprak mij in eerste instantie aan in wat hij Engels noemde, maar het klonk meer als Chinees); het landschap was veel te heuvelachtig (hij beweerde dat zij vanuit Maldon een onverantwoord steile en angstaanjagende afdaling hadden moeten maken om in Heybridge te geraken, terwijl ik diezelfde afdaling de volgende dag in de andere richting, dus als klim, gewoon op het middenblad zonder moeite omhoog kon fietsen) en de Engelse wegen waren veel te druk om normaal te kunnen fietsen. Alleen dat laatste was ik met hem eens. Fietsen over de doorgaande wegen betekent dat je levensmoe bent. Maar als je je net als ik een beetje voorbereid hebt hoef je helemaal niet op die grote wegen te komen. De man wilde zo’n beetje alles van mij weten. Hoe kwam het dat ik geen grote wegen had genomen van Harwich naar Heybridge? Hoe duur was de overtocht naar Engeland. Hoe vaak per dag ging de boot? Waar kwam die boot eigenlijk aan in Nederland? Het bleek maar weer eens dat je voor dit soort vakanties toch echt een beetje meer voorbereiding nodig hebt dan voor een last minute naar Turkije, maar dat had het echtpaar Zuur en Zuurder nog niet helemaal door.
Om beide zeurkousen te ontvluchten ben ik maar boodschappen gaan doen. Langs de oevers van een door eb half drooggevallen rivier ben ik door een prachtig natuurgebied richting Heybridge gelopen. Daar had ik dik anderhalf uur voor nodig. Weer anderhalf uur later kwam ik met een nieuwe voorrraad eten en drinken terug op de camping. Mijn vrolijke vrienden waren inmiddels vertrokken naar een restaurant, voor een vast een zeker slechte Engelse maaltijd. Ik ben die avond vroeg in mijn tentje gekropen en heb ze gelukkig niet meer teruggezien.
Dinsdag 12 juli:
Etappe 3: Heybridge - Londen (Crystal Palace) (116,3 km)
Een beetje stijf werd ik vanochtend wakker, maar dankzij mijn nieuwe slaapzak heb ik het gelukkig geen seconde koud gehad. Het was vandaag duidelijk minder warm en zonnig dan gisteren, maar nog steeds prima fietsweer. Door een wederom mooi glooiend gebied ben ik eerst naar Chelmsford gereden. Niet lang na Chelmsford – ik was pas een kilometer over 35 onderweg – begon ik mijn benen al te voelen. Het ging een beetje moeizaam vandaag. Gelukkig werd het nadat ik Billaricay gepasseerd was een stuk minder heuvelachtig. Toch was de fut er een beetje uit, en daarom besloot ik vandaag vrij vroeg (het was net twaalf uur geweest) een pub in te duiken voor een warme lunchmaaltijd. In Stock vond ik een pub die adverteerde met een bord met daarop de text 'Lunch £5'. Ik besloot het erop te wagen, en even later zat ik in de Cock Inn aan een lekkere Steak Burger.
Toen ik drie kwartier later weer naast mijn fiets stond en me gereed maakte om weer verder te rijden, kwam er net een grote SUV het parkeerterrein van de pub op. Er stapten twee mannen uit. De ene – met hond – wilde direct de pub in. Maar de andere – formaatje uit de kluiten gewassen rugbyspeler – kwam linea recta op mij af. 'Hey mate, how're ya doin'? Where'ya goin' to?' Ik vertelde dat ik uit Nederland kwam, en hoe mijn route door Groot-Brittannië er ongeveer uit zou zien. 'That's awesome, man! That's exactly what I wanna do too. But not alone, y'know. T's just that me friends are all such pussies, they don't have the balls to join me… By the way, I'm John Gavin…' Ik moest John ter plaatse beloven dat ik volgend jaar – als ik weer op fietsvakantie zou gaan – hem zou mailen. Dan zouden we misschien samen kunnen reizen. Ik moet je eerlijk zeggen dat John eruit zag alsof hij beter getraind was in het wegwerken van pints in de pub, dan in het wegtrappen van kilometers, maar toch heb ik hem mijn aantekeningenboekje gegeven waar hij zijn adres en email in kon zetten. Zijn enthousiasme was gewoon aandoenlijk. (Even voor de collega's die dit lezen: vergelijk het met Han Swaans… I'm already an enthusiast…). Bij het afscheid nemen wenste John me succes en veel plezier, en sloeg me kameraadschappelijk op mijn rug. Dat ik daarna de eerstvolgende tien kilometer bijna geen adem kon halen zal John waarschijnlijk nooit weten…
Na Stock ging de route eerst nog een stuk door een landelijk gebied, maar toen ik tussen North Ockendon en Dagenham de M25 (de beruchte ringweg van Londen) overstak, was het snel gedaan met de rust. Zelfs de door mij uitgestippelde route via de binnenweggetjes was hier druk. In dit drukke verkeer viel me al snel op dat je de Britse automobilisten in twee categoriën kunt opdelen. Aan de ene kant heb je de Ford-rijders, aan de andere kant de overige automobisten. De Ford-rijders zijn overigens op hun beurt weer onder te verdelen in drie groepen. Groep 1 zijn de zogenaamde 'van-drivers' (de Ford-Transit-busjes, volgens mij ongeveer een kwart van het totale wagenpark in het Verenigd Koninkrijk uitmaken); groep 2 bestaat uit alle Fords met de toevoeging RS (Rally Sport), groep 3 bestaat uit de overige Fords (maar die zijn er bijna niet). Globaal kun je stellen dat alle automobilisten uit de categorie 'Overig' zeer vriendelijk voor fietsers zijn. Ze blijven ruim achter je, passeren alleen als het mogelijk is en geven je alle ruimte. De bestuurders uit de categorie 'Ford' zijn helaas een heel ander verhaal. Daarvoor moet je echt oppassen! Mocht ik tijdens deze reis een keer van mijn fiets gereden worden, dan ben ik er vrij zeker van dat er ergens op mijn lijf een Ford-logo afgedrukt zal staan...
Toen ik in de Londense voorstad Barking & Dagenham aankwam liepen het tegen vieren, en waren net alle scholen uit. De zomervakantie is hier nog niet begonnen, en dat valt extra op wanneer je opeens massa’s jonge mensen in schooluniform over straat ziet lopen. Ik heb begrepen dat wij volgend jaar op De Rooi Pannen ook een schooluniform in gaan voeren (voor één dag in de week dan), maar ik hoop wel dat er een beetje gelet gaat worden op hoe dat uniform gedragen moet worden. Sommige meisjes droegen de rokjes zó kort en sexy dat de jongens in de Fordjes die langs me scheurden nóg minder op het verkeer letten dan anders, waardoor ik tot drie keer toe bijna van mijn fiets gereden werd.
Langs London City Airport kwam ik uiteindelijk bij Woolwich Ferry, waar ik de Thames ben overgestoken. Vervolgens kon ik het Thames Path volgen, een fietspad langs de oever dat me tot in het centrum van de stad leidde. Op dit fietspad was duidelijk dat Engeland op het gebied van fietsvriendelijkheid nog grote stappen te maken heeft. Sommige stukken van het pad gingen over uitnodigende boulevards, met fraaie uitzichten op de Thames Barrier, de O2–Arena en de wolkenkrabbers van Canary Wharf. Maar enkele meters verder moest ik dan weer over vervallen industrieterreinen, of onder de hijskranen door die herinneren aan het havenverleden van de East Docklands. Ter hoogte van de O2–Arena hield het fietspad zelfs helemaal op, en moest ik over een bouwterrein en later het trottoir van een drukke weg mijn route zoeken.
Het liep al tegen achten toen ik eindelijk de camping in Crystal Palace bereikte, een kilometer of 10 ten zuiden van het centrum van Londen. Snel heb ik mijn tent opgezet en ben gaan koken. Terwijl ik hiermee bezig was kwamen mijn buren terug van hun bezoekje aan de stad. Het was een Duits gezin (vader, moeder, dochter van 14, dochter van 11), dat vanuit Dover te voet over het Coast Path naar Londen gekomen was. Hallo serveerster in Willemstad, zie je wel: Ik ben dus niet de enige die niet goed bij mijn hoofd is; er zijn meer mensen die knet-ter-gek-ke dingen doen in hun vakantie, en daar ontzettend van kunnen genieten!
Van mijn Duitse buren kreeg ik nog allerlei lekkers toegestopt dat zijn niet meer konden gebruiken. Zij zouden morgen terugvliegen naar huis, en de vader van het gezin was bang dat ze teveel bagage bij zich hadden. Op zich vond ik dat opmerkelijk: alles wat deze familie bij zich had moesten zij dragen in vier grote rugzakken. En nu de rugzakken eindelijk door het vliegtuig gedragen zouden worden, in plaats van door mensen, waren ze opeens te zwaar. Hoe dan ook, toen de meisjes al in bed lagen heb ik nog een tijdje gezellig met de ouders zitten praten, waarna het ook voor mij tijd werd mijn tentje op te zoeken. Ik wilde morgen immers toch een beetje fit aan mijn citytrip Londen beginnen.
That’s all for now folks,
See you, Etienne
P.S. Ik zal proberen z.s.m. nog enkele foto's bij dit verhaal te uploaden.
-
15 Juli 2011 - 17:51
Frans En Pauline:
Etienne je reisverslaglezen is weer heel leuk ben blij dat je nu ook mooi weer heb nog veel plezier -
15 Juli 2011 - 20:27
Fulya:
Hoi Etiënne, geweldige trip so far... gras valt wat zachter :)
Ik hoop dat de weersomstandigheden beter zijn dan vorig jaar! -
16 Juli 2011 - 08:43
Arjen Van Kooten:
Ik wens je veel succes met je fietstocht! Don't forget the 'black pudding'! Je zult deze specialiteit missen als je thuis bent!
Veel groeten,
Arjen -
16 Juli 2011 - 09:53
Maaike:
G'day Etienne,
Het is dat je zelf de vergelijking maakt met Johnny Hoogerland, want toen ik het begin van jouw "alle begin is moeilijk" zat te lezen was Johnny's verhaal toch echt hetgeen waaraan ik dacht. Ik dacht echt even "Yo, Etienne! Waar is de spirit, de drive van vorig jaar?". Dat is, denk ik, ook een beetje wat ik bedoelde met de betekenis en het doel van je vorige reis. Toen was je op een missie, als je begrijpt wat ik bedoel. Maar lieve Etienne, nu ben je gewoon "op vakantie"! Je móet niks, behalve genieten van alle indrukken die je weer gaat opdoen (en dan liever niet met je snufferd op het asfalt of in de modder) en alle bijzondere mensen die je gaat ontmoeten!
Alle begin is moeilijk... die etappe ligt weer achter je. En ach, na vallen komt het opstaan toch weer altijd!
Gelukkig heb je al je ervaringen weer met veel humor op het net gezet. Een genot om te lezen!
Tot slot, onderschat je eigen prestaties niet hoor. Je zit toch maar weer mooi in het mooie Engeland en het bruisende Londen! Ik hoop dat je intens geniet!
Groetjes,
gevalletje all-in-Turkije.... -
16 Juli 2011 - 15:14
Melvin:
Hoi Etienne,
hé,hé wat jammer dat we elkaar dit jaar niet op vakantie kunnen zien.
Maar het is voor mij heel leuk want wij gaan (bijna) op vakantie.
Tot zondag-avond blijven wij bij opa en oma,dan is het even slapen en op vakantie!!! Heel saai dat we dan heel lang in de auto moeten rijden. Maar je weet het dan komt computer-mans weer in actie. Ik wens je heel veel plezier met je fietstocht die nog wel even doorgaat door Engeland!!!
Groetjes, je peetekind Melvin!!!!!! -
16 Juli 2011 - 15:40
Celine:
hallo etienne, wij gaan morgen naar frankrijk. fijn met de tent. veel plezier met je fietstocht in engeland. groetjes en een dikke kus van
celine
-
16 Juli 2011 - 15:43
Lisette:
Een dikke kus van
lisette -
16 Juli 2011 - 19:56
Lily En Herman:
Hoi Etienne,
Je bent nu weer bijna een week onderweg, en je hebt Londen inmiddels weer verlaten.
Je weblog is voor het eerst weer bijgewerkt, en wij kunnen in gedachten weer met je meereizen. Dat is voor ons en vele anderen weer : genieten!!
Net zoals vorig jaar, laat je ons ook nu weer zien waartoe je weer in staat bent., dat voelt geweldig.
Toen we van je volle vakantieprogramma (fietsen en huttentocht) hoorden, vroegen wij ons in alle oprechtheid af, of je niet te veel hooi op je vork neemt.
Maar het is heerlijk, dat dit allemaal weer kan en mag!
Hou ons op de hoogte van je reis, en wij blijven met je mee genieten.
Net, via de telefoon, nog gehoord, dat je door een wesp in je voorhoofd bent geprikt. Die wilde zeker gratis met je meereizen! Dit lijkt ons niet zo prettig, maar we vertrouwen erop, dat je ook dit weer snel te boven komt.
Nog veel vakantie' en fietsplezier.
Groetjes van pap en mam. -
17 Juli 2011 - 10:57
Ad Berk:
Hoi Etienne, wat een verhaal alweer. Wat een start. Drie keer vallen in 20 km lukt zelfs Johnny Hoogerland niet. Maar gelukkig zonder al te veel fysieke schade. Je multitool voortaan in je stuurtas of zadeltasje. Fijn dat je deze keer niet zeeziek geworden bent. Ik zal mijn mening omtrent deze eigenschap van je gaan wijzigen.
Hopelijk blijft het droog maar ik vrees het ergste voor je gezien het weerbeeld hier in Nederland. Etienne, veel plezier nog en ik kijk uit naar je volgende verhalen. Geniet ze maar zorg er wel voor dat je straks niet op krukken die huttentocht moet lopen. En zeker niet in een rolstoel want dan moeten wij duwen.
Groeten,
Ad -
17 Juli 2011 - 11:57
Neef Deef:
Nog niet zo veel kilometers...maar wel al veel valpartijen en heel veel tekst...
Je zou een boek moeten gaan schrijven over je ervaringen op de weg! Heb je ook meer tijd (geld) voor andere bestemmingen… Lhasa… Timbuktu…
Ik leef met je mee en ben wel een beetje jaloers op zo veel ervaringen en avonturen!
Trouwens ik probeer me aardig in te leven in jouw reis. Ik lees je verslagen onder het genot van een goed glas whiskey en echt Engels/ Schots weer…
-
18 Juli 2011 - 17:37
Mieke:
Hello Etiënne,
weer met veel plezier je reisverslag gelezen en verheug me al op je volgende belevenissen die je zo ontzettend leuk en met veel humor beschrijft.Veel plezier en geniet ze.
gr.Mieke wijnands -
19 Juli 2011 - 21:06
Henk Peeters:
Dag Etienne,
Leuk verhaal, dit begin van je nieuwe avontuur!
Mijn lijst met vreemde plaatsnamen volgt. Wij zijn nu bezig aan onze herfstvakantie in Cottessen en volgen je op de voet!
Veel succes en vooral veel plezier.
Mvg,
Henk Peeters -
21 Juli 2011 - 11:00
Alies:
Succes!
Ben benieuwd naar de foto's
ciao,
alies
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley